Levensgang, tweede deel

Titel
Levensgang, tweede deel

Jaar
1905

Druk
1908

Overig
4ed 1908

Pagina's
198



57

en dat goed is verschrikkelik bewerkelik... daar hè-je geen idee van... en telkens krijg 'k nog klachte om te minne procente en te veel verlies... als 'k maar éve me hart zou luchte, leg 'k 'r af, en dan hebbe ze bij me thuis heelemaal niks.

— Is dat onderkruipe bij jullie dan ook zoo erg?

— Zoo erg ?... daar hè-je geen idee van... Op 't oogenblik zitte 'r bij ons een-en-twintig klovers... daar zijn tien bij die allemaal

voor verschillende loone werke____de één onderkruipt de ander...

de één biedt zich aan voor 'n stuiver, de ander voor 'n dubbeltje minder... en of de baze 't anneme,... op 'n hóóp scheelt dat 'n heele boel, dat begrijp je wel... 'n geluk is 't nog, dat die vuile loonverknoeiers niet de beste werklui zijn, al hè-je 'r soms 'n paar goeie onder,... maar anders kon ik me, en andere mèt me opstroppe,... want 'k smijt liever m'n stokke neer, dan dat pèstgoed an te neme voor minder dan 'n gulde per kraat.

Zeelt zat weer gebukt met z'n borst tegen 't lood gedrongen, om beter de onzuivers in z'n steentje te kunnen zien. 't Rossige beef-licht achter de geel-rood bevlamde ordenaal, kaatste op z'n bleek-vermoeid gezicht 'n vreemd, tril-donker schemerblauw, en Hein duisterde sterker nog weg uit den lichtkring, die half-doezelde om bakken van de werktafel waaraan ze zaten,

— En nou mot je niet denke, — ging Zeelt voort — dat ik alléén zoo zit.,. o jé néé, d'r zijn nog meer die zoo sappele... maar 't vuilste is, dat 'r 'n troep is, zooals meneer Rozijn en Lep-per... ik weet niet of je die kerels kent... ze werke hier al jare.. . die ook tot twaalf uur werke 's avends, maar aan prachtig grof goed, waar je je bij amuzeere kan, als je wil... lui die vijfmaal zooveel verdiene als ik, en die 't net zoo min noodig hebbe als de patroon . . . alleen maar uit hebzucht... ze gunne de andere knechte 't licht niet in de ooge... en als ze niet hoefde te slape, dan werkte ze 's nachts ook,... alleen maar dat 'n ander niet zal hebbe wat zij wille make... Je begrijpt wat 'n wanverhoudinge

dat geeft..... één niks, 'n ander alles... Ik dank God als 'k

's avends mag ophouê als 'k om acht uur begin en om zes stop,, als 'k 'n beetje goed werk heb,., . om me an iets anders te geve, na 'n werkdag van tien uur... Zij werke zich dood, vijftien uur per dag, als ze dan maar Vrijdagavend en Zaterdag magge uit-stalle,.., want ze wete wel dat wij dan ook niet werke, dan hebbe ze geen konkurrentie, dat tuig!

Zeelt zat weer te loeren, maar kon niet genoeg doorzien z'n steentje bij 't nog dansende flakkerlicht.

— 't Is gezaaid met zandgreintjes en naad... je mot kijke en kijke,. .. want alsje goed-en-wel denkt dat je 't steentje zóó kan neme, 1j dan komt 'r ineens weer 'n greintje voor de dag datje éérst niet gezien hebt.

') In dien zin: de weg, waarlangs de steen gespleten moet worden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.