Levensgang, tweede deel

Titel
Levensgang, tweede deel

Jaar
1905

Druk
1908

Overig
4ed 1908

Pagina's
198



2

drang• tot rondstrooien van geluk en vreugde ook bij anderen, en vooral bij hem, dien rusteloozen, door hartstocht-zwijmel verteerden en uitgemagerden kameraad, dien ie met z'n bleek-ingedrukte kaken, tusschen hevig verlangen, razend-bevend snakken naar drank, en denken aan z'n vrouw, iederen dag tragischer zag worstelen. Van wien ie den angst méé had geleefd; den, met uren feller opstijgenden lust naar 't brandvocht, als Bukkin zich door niets liet afhouên eindelijk, in één snak-verlangen naar dat gloei-gevoel in z'n maag, en op z'n tong dat prikkelende, scherpe gebijt van iets helsch-lekkers, zich doorzoop, onkenbaar, verdoofd, om dan op 't einde der week in gekken vaart door te werken, niet opkijkend van achter z'n molen, weer worstelend tusschen bloedender gepijnig van z'n zwakheid, z'n willen afblijven en niet kunnen, door opnieuw aandringende schokken van verlangen, vanniet-kunnen-inhouên-meer; om wéér in wild oog-gestaar weg te stappen, vooruit al voelend angstvracht op z'n borst dat ie vallen, toegeven ging aan dien hitte-duivel in 'm, omzichtig kijkend of Hein 'm niet snapte, of z'n baas; zich uitzuipend, héét, droog, met zwaar verloop van tijd en werk. En den volgenden dag zag״ Hein weer in 'm, altijd wéér, angst en schaamte voor terugkomen, in opjaging van wat ie in te halen had, in één stuip-angst kijkend en ploeterend met beefhanden, om wat er smoorde in z'n zenuwen, zich zelf bekotsend als monster als uitgekookte suffert nog voelend z'n zwakke geraffineerdheid en zelf-martelend schuldbewustzijn als looier. En als Hein dan had gesproken, zoo schouêr aan schouêr, kon ie zien in Bukkins gezicht spannend-bang-volgen van wat ie 'm voorhield, bleef er drie, vier dagen rust van binnen, om dan, midden in z'n heftigst voornemen niet weer te zuipen, bij 'm te zien opdringen angstwekkende beklemming, 'm te hooren zuchten naar deri steek-geur van den borrel, dat prikkel-scherpe, dat ie in gedachtelust aldoor proefde op de geschroeide tong, dat 'm weer pakte, opnam, vernietigde, dat 'm alles dof voor de oogen deed worden, 'm weer opjaagde, bevend, beklemd, met schokken die niet te smoren waren, schrijnend z'n binnenste, tot ie 'r bij was, vlak bij, aan den toonbankrand, bij 't heete vocht, 't vuur-gevloei ervan tegen z'n sprakeloos-droge keel voelde aanspoelen, in 'n brandenden genotstroom, besluimerend z'n gedachten en angsten, z'n knaging van verwijt en berouw.

En dat ontzaglijke lijên, 't gemartel van dien zwakken ongelukkige, had Hein zoo hevig gevoeld. Hij zou 'm n u, in z'n vreugde-kracht, zóó'n por geven, zóó lang bezig houên met te geven heelemaal alles wat in 'm zat, dat ie moest duizelen van z'n laagheid en ingevreten driften.

Die behoefte om in te dringen in alles wat opheffen kon, was ook bij hem zelf weer pas opgekomen. Z'n leeswereldje begon ie weer te koesteren, voelde ie weer mèt 't eerste geluk op 'm aanstormen, en diep verlangde ie recht in zich te zetten, de kracht die 'm nu aan 't werk had gebracht. Elk leefuur buiten de fabriek werd god-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.