Levensgang, tweede deel

Titel
Levensgang, tweede deel

Jaar
1905

Druk
1908

Overig
4ed 1908

Pagina's
198



28

werkplaats, beschermd alleen nog door de tartende meerderheid van haar zwijgkracht, en 't heerlijke van haar zachten hoogmoed. Zoo zat ze dagelijks in plat rumoer en verhitting, weenend om zich-zelf dat ze niet vond den wil om te snellen uit dat midden, waar liefde voor d'r moeder haar vasthield.

In zulke zielestemmingen had ze voor 't eerst Hols gehoord, eerder nog gehóórd dan gezien, 't Was net 'n paar maanden geleden dat ze met Hein gesproken had op kantoor, en na dien tijd 'm bijna niet meer ontmoet. Maar nog eiken dag hoorde z'm, zag z'm voor zich. Nu ze hier weer zat in haar kamer, in 't groene lampgeschemer, nu klankte weer uit de suisstilte z'n stem óp. Wat had z'm toch met diepe verbazing aangestaard, toen ie, op haar licht uitgesproken vraagje of ie van muziek hield, met één opgolvend gegloei en uitklotsing van z'n passie antwoordde. l^Z'n stem klonk nóg, nóg galmend; wat droef-breeë zwaarte uit zoo'n jonge borst. Hij had 'r aangekeken in scherp gezoek naar haar bedoeling, met zoo'n droef verwijt in de oogen, of ze dat nog vragen moest."• En dan z'n gebaren-drift, dat diep vurige, dat schitteren van" iets geweldigs, en dat weeke stemgehaper toen ie zei hoe mooi ie muziek vond. Waarom z'm toén juist zoo krachtig gezien, en z'n stem zoo lang had hooren naklinken? Mooi, gewoon mooi vond z'm heelemaal niet, maar nooit had ze om zich 'n man, zoo sterk, zoo breed-forsch, en zoo rijk in wisseling van aandoening, met zooveel zonlicht in oogen gezien, gehoord 'n stem, waarin, achter de woorden, zóo gauw de ziel beefde. Wat hield ze toch van die heeschwarme stem, die woorden, van z'n lippen brandend als ie sprak met liefde of afschuw over iets. Hij had gehijgd, kort geademd soms, en dan weer zwaar, en al wat ie uitte, kwam uit 't diepst van z'n gevoel. Als ie wat zei, schokte er iets in 'r, telkens weer, tot ze dacht dat 't gedaan was, de ontgoocheling zou komen, die ze elk oogen-blik verwacht had uit z'n mond. Maar dan was er niets gekomen, niets, alleen juist dat totaal onbewust mooie van z'n gebaar, z'n stemdaling of -stijging, 't zoeken, 't vreemd stil-staan, of dreigen met z'n oogen. En wat ie gezegd had in 't begin, kon 'r eerst heelemaal niet boeien. Maar als zoo plots dan lichte prikkeling kracht uit 'm laaide, kon ze opschrikken en in klaren slag woord voor woord hooren klinken... Wat zei ie!... wilde ie 'r smoren, pakken, wilde ie 'r pijn doen, vertrappen, wilde ie 'r striemen, slaan ? En als z'm dan weer aankeek, week plots alles in 'm, dan schuchterde ie bleuig, klaagde er iets zoo roerends, zoo smeekends in z'n stem, zoo klankheesch, alsof ie getemperd achter keel-klepjes sprak, vèr, met zachte heeschheid, huilend bijna tusschen z'n woorden. Nooit had ze zóó'n werkman gezien,... z'n schrikkelijke ernst alleen maar! Was dat nou 'n gewone versteller, zoo gloeiend, met zooveel verbeelding in z'n oogenlicht, met zooveel trots, kracht en zooveel liefde, met zooveel zachtheid, kieschen kinderlijk-zoekenden zeg-angst? En dat lichaam, die hand, zoo breed, zoo goed.... en wat rankte ie op onder 't spreken. Daar stond ie weer voor d'r, zoo bescheiden en zoo•

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.