Levensgang, tweede deel

Titel
Levensgang, tweede deel

Jaar
1905

Druk
1908

Overig
4ed 1908

Pagina's
198



!8

Eva, voelde daar niets van. Dat had ie wel gemerkt aan haar lachjes; zij was tegen z'n klasse, tegen alles wat hij wou zien opgeheven, met hulp van alle arbeiders. En als ie dan, in wanhoop om te ontkomen aan dien naam: klassevijandin, zocht naar uitvluchtjes in zichzelf, naar denkinkjes in z'n binnenste, of 't eigenlijk niet heel mal van 'm was, 'n meisje, zoo gevoelvol, zoo knap en zoo lief, naar zich toe te willen trekken, bij zich te willen hebben, en of z'm zelf niet bekend had afschuw te voelen van al dat rijke gebluf om d'r heen, afschuw van haar eigen klasse; of dat vijandig haar zien weer niet iets was in zijn opgewonden natuur, z'n grilligheid en zeuren over récht, récht, altijd over neertrapping en ellende, dan kwam toch weer tien minuten later boven dobberen: Nee kerel, je zou 't geen minuut volhouên, als je dat verschil tusschen jelui wegdrong. Jij bent zoo, blijft zoo, al zou je voor haar door 't vuur willen vliegen. Dan zat ie daar onbeweeglijk in 't gras, mijmerend de lucht instarend met geschroeide oogleden, voelde ie weer zwoel windgesuis met lichte speelrukjes om z'n hoofd. Maar niets kon 'm tot bedaren brengen, niets. Erger drong tegen elkaar in, z'n innig houên, z'n vreemd-dol-veel houên van die juffrouw, met d'r mooi hoofd, d'r oogdiepten, d'r stem, en z'n eigen lompheid, z'n plompe werkmanstype, z'n niets kennen, niets dieper begrijpen dan alleen 't menschelijke ellende-leven om 'm heen, waar ie ook nog voor wegholde soms, stikkend in tranen van woede en smart, als 't 'm te machtig werd. Daar zat ze nog voor 'm, juffrouw Eva, zooals ie 'r 't laatst gezien had, stil-beluisterend hèm, éven bewegend dat kleine mondje .. . En zoo niets meer van h a a r te hooren, na de belofte dat ze eens met 'm mee zou gaan ! Hij had in z'n naïef verlangen gedacht direkt daarop 'r te zien, iets van 'r verwacht, 'n briefje, 'n telegram, iets raars, iets onbekends, iets dat van haar naar hem toe moest komen, alleen voor hem herkenbaar als van Eva; iets dat 'm zou zeggen: ik kom bij je, heel gauw, wandelen. Maar in 'n maand had z'm niet meer gezien, en z'n onrust dat ze niet komen zou nam toe met 't uur. Er waren al oogenblikken geweest, dat ie 'r iets wou schrijven, maar terugschrikte voor z'n eigen brutaal plan. Hij schrijven, hij met z'n krabbelpoot, z'n leelijk geklad, aan haar?... Toen had ie gezorgd eiken avond in den omtrek van 'r huis te loopen, loerend in 't donker naar elke vrouwengestalte, en schokken had ie gevoeld, telkens als 'r een in zijn richting was aangekomen, schokken van angst en geluk dat zij 't kon zijn. Dan had ie willen weghollen en tegelijk blijven staan, bleef ie draaiend op z'n plaats als 'n half gehypnotiseerde die wakker slaapt, om dichterbij eenmaal, te zien dat z ij 't niet was. Op den dag waagde hij 't niet te wachten voor haar woning, en in trotsche, nijdige buien verweet ie zich zelf nog z'n slaafsch naloopen, z'n angstig hunkeren, van verre al, naar 'n meisje dat ie 'n paar maal in z'n leven gesproken had, meer niet; dat hem toen eens 'n beetje wou bekijken zooals je't'n vreemd schepsel doet. Dan vervloekte ie zich zelf om z'n zwTakheid,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.