84 ARON LAGUNA
M o r k s.
Hij doet zulk mooi werk voor cursussen Lee. Lee.
Dat weet ik Jan. — Soms is 't me net, of ik bijt in een hand die me een aalmoes geeft.
M o r k s.
Nou blaas je het kruid van de pan.
L e a.
Och, zoo is het ook niet (heftig). Maar een socialist is toch óók een ménsch, een gewoon ménsch niet?
M o r k s.
Op zijn wijze is ie 't Lee... gróóter dan wij. L e a.
Maar ik knies me ziek! — Toen jij hier kwam, néé... ddt was me een verademing, een óp-luchting! — Ik heb 't nooit iemand gezegd Jan, ik kropte m'n verdriet óp — maar jij, jij hebt 't dadelijk doorzien.
M o r k s (wil haar innig koesteren). M'n Lea'tje...
L e a (lichtelijk afwerend). Ik hoorde weer eens spreken, lachen, pretmaken hé — ik leefde weer óp. — Dat deê me zoo goed Jan.
M o r k s (haar op zijn schoot trekkend). Hou je héél, heel véél van me?