64 ARON LAGUNA
schenden van den heiligen Verzoendag. — De vrijste, ziet u,... die niet geeft om God noch gebod,... doet dit... doet ddt nóg!...
A ro n.
Vader,... het zou ldf zijn als 'k me liet bedreigen door moeder... Ik ... ik...
Baru ch.
Gelijk jongen... gelijk. — Maar hiér kind, snij je niet alleen een traditie af. — Kijk es meneer Morks. — Wat voor den vroomsten Christen de doop is, dat is bij óns de besnijjenis. — Nee, néé meneer Morks, nog veel... nog héél veel méér... véél heiliger!...
Morks.
Ik begrijp ... voor een vroom man ... als ü ...
B a r u c h (met een plechtige verhevenheid).
Nee, néé meneer Morks... voor géén vroom man óók — dit is een verbond met God (hij staat op. Heel vroom). Er staat geschreven: ״Mijn Verbond zal zijn in ulieder vleesch tot een ééuwig verbond." Begrijpt u?... Begrijpt u?... Dit is heilig geweest... van eeuwigheden hér!... Héilig!... De Jood die opgroeit zonder ddt... met dié zal God verschrikkelijk afrekenen... verschrikkelijk!... Hij zal worden uitgeroeid, dfgesneeën van wat leeft!
Morks.
Ja... ja,... zóó bezien... door ü... en voor ü...