31 ARON LAGUNA
J u d i t h.
U bent een rara avis.
N a t h a n.
Wat bin 'k voor 'n ópspreukie ?... Dit mot ik op kleingeld hebbe!
Mevr. Par e i ra. Praat Latijn! (giftig). Leer je oom liever Hol-lansch !
Nathan (spottend). Nö-néé!... zij zal niét dwarswerreke mefrou de Gezworene! — Spreek lievers Portegies ... (met een gilstemmetje, spottend). A-gallienje־de-le-mienje-verzienje-é-melfor-kemienje... (naar mevr. Pareira). Zóó goéd?
Mevr. Pareira (in schijn meewarig). Praat Portugeesch ... mofiene!
Nathan (naar Judith). Wat 't zegge wil ?... Vraag maar an de Muijer-straat!... Sais-je-beaucoe!... é ... é... ik ge-gloof... zijn kip is lekkerder as mfjn kip ... td!
Mevr. Pareira (scherp spottend). Sjieje tdteratd!... Nou avanceert-ie Achteruit ...
Nathan.
Riket-mit-het-kuif!... (sarrend lachend). U houdt van me — warachtereschot — de éérste van achterdf!
Mevr. Pareira (giftig). U maakt calanje ... compleet ruzie!