«5
tegen haar borst en zoende Barendje's teer blond kruintje nat.
Corry had begrepen ... Die moeder ook van haar ... wat een kittig wijf! Natuurlijk moest ze wel tegen haar uitvallen. Alleen zij deed wat.
Met wilde vreugde in zijn stem vertelde Dirk dat de kat gejongd had, al twee weken geleden, in het penantkastje.
— Mag Willem effe sien?... vroeg hij Nel!
De weesjongen hielp ze opdiepen en mocht van tante, een voor een op tafel laten loopen. De wankelende katjes piepten bang en stakkerig zonken de broze pootjes op het gladde zeilvlak uit. De moederpoes sprong plots uit haar vadsig kozijn-zitje met opgekronkelden staart tusschen de gewrochtjes in, en miauwde kermend.
— Kijk Barie ... die heb ... d'r oogies ope ... nou ... mag Barie soentjes geve!
Nel, goedig, wreef een piepend voskleurig poesje, dat van angst fel de nageltjes uitstak, tegen het wangenzacht van haar jongetje. Barendje lachte en zwiepte van zenuwachtige blijdschap zijn armpjes en beentjes stijf óp als een vroolijk harlekijntje. Weer greep Nel's nerveuze hand een jong beet en tilde het vlak voor Barendje.
— Sie je... die heb d'r oogies nog toe... en die kijkt er pas door één glas.
Barendje huppelde en gierde op Nel's schoot en kneep van pure pret, zonder zélf te zien, het poesje in zijn kop. Even angstig, schoof moeder-poes met haar zwart-gezoolde teenkussentjes waarschuwend op Nel's arm. O, ze hield dol van het beest, nu ze voelde dat het dier haar angstig vertrouwde... zijn kroost en haar kroost te-zaam...
— Net molle... lachte de weesjongen en tikte een paar op de geblufte neusjes.
— Sal je 't late!... dreigde Nel.
Frans merkte schuchter op, dat katten-jonkjes op tafel ongeluk bracht vóór den nacht. Nel schrok...