9
Joden Jet bleef koers houden, begon weer met haar lokkende koopjes. Ze hield razend van de meid. Ze zou de vochtige vloersteenen voor haar willen zoenen, als ze het wou, maar... cadeau's, neé, dat wier voor haar eigen lekken aan het kantje. Vandaag vroeg ze een koe, morgen ... een paard.
Ze diepte weer in de zakken van haar gelen regenmantel vol doosjes met snuisterijen. Daar had ze het medaillonhartje van flonkerend granaat met het gouden biesje.
— Da's prachtig!... viel Corry gretig uit en greep er naar.
Jet grijnsde wreed-lief.
— 'n Wonder,... kos méér as 'n sjofel kwartje.
Strak van begeerigheid vroeg Corry, de stem licht
bevend:
— Kost dat?
— Zal je werachtig 't vel niet over je oore hale.
— Nou? ... bits vroeg Corry in spanning.
— Kè je ieders week afbetale, bij mijn thuis, tegen 'n prijssie ...
— Hoeveel wijf? ... barstte Corry uit.
— Bedaar nou schat,... lachte Jet wrang-zoet,... asje wil... an iedere vinger heb jij,... jij tien vrijers.
— Soó duur? ... klonk Corry's stem ontgoocheld.
— Hoor es, voor wereldsche fleur,... lachte Jet wreed, terwijl ze Corry nog meer cieraden in de handen duwde.
Dreunend gromde de tram en een zwaar geraas van karren doofde de menschen-stemmen.
— Allemaal bluf, bluf!... schaterde Corry boven het lawaai uit, een kerel midlerwijl van zich afstootend, die in dronkemanszwaai tegen haar ópwaggelde. Stoeizieke Karei ja, maar zoo een zwabber... haha! Ze had zélf de lef van een gooser!
Plots dook ze klein naast Joden Jet in, gooide de snuisterijen heftig in haar hebzuchtige mantelzakken, ontblootte fluks de kuiten en veegde bei heur handen in een vaart aan de kousen af. Die aanhalige straatmeiden-beweging had ze,