HEIJERMANS׳ DIAMANTSTAD. 2 7
overladenen en detailleerenden Heijermans niet veel uit te staan. Toch is 't natuur geworden manier, die nooit meer te bannen is, wijl 't velen lijkt een persoonlijk stijl-ding als in de Falklandjes.
Manier is ook dit: ״om meerder te buigen naar 't stukje papier" .... ״meerder licht was hier" .... „ .... waar ijzer en steen meerder weerstand boden" .... „zong ie dikker en meerder gezwollen" ..,. „het meerdere rood dat takjes en aartjes had." „In de Breestraat was meerder geloop" ... meerdre opwinding, meerder bukkend enz.
Nog akeliger en rhetorisch-platter manier is 't volgende stijlkenmerk in Heijermans' werk. 't Bestaat uit een klimax-leeg rhetorisch herhalingswoord, waarop telkens nieuwe zinsreeksen gebouwd worden, een truk van redenaars met zeer middelmatig oratorisch talent.
Staaltjes: Er leek benauwing te hijgen in de verte en dichtbij, benauwing van héél-ouwe menschen .... (volgt tusschenzin) benauwing van stikkende, rogglende, krimpende joden, enz.
Op de overlading wijs ik niet. Daarover straks een woord. Nu alleen over 't truk-maniertje:
.... „teer-d oor broken door 'n aangezichts-schemer, door de schamping van een koffiekom, door het wazig ruitengeglim der kast, door de