HEIJERMANS׳ DIAMANTSTAD. 2 7
krioelende massa, die hij in Diamantstad, de metropool te beelden had, nergens, nérgens in dit boek leeft.
IX.
Er is zeer veel afbrekends gezegd over Diamantstad: o. m. dat Heijermans in zijn beschrijvingen de ellende der woningen zoo schromelijk overdrijft, en dat zijn taal woordgemodder en ge-flodder is.
Deze verwijten hebben geen zin. Heeft Dante in zijn Hel overdreven? Zola in L'Assommoirl, in Germinal? enz.
Elk artist heeft 't recht zóó zijn werk te dramatiseeren dat zelf-ontroering er een uitweg in vindt.
't Kan mij geen zier schelen of Heijermans ״overdreven" heeft.
De woningtoestanden daar zijn erg, huiveringwekkend erg. Gun den dramatischen beelder dat hij zijn gevoel zegt zooals hij dat wil, ook in de plastiek, als hij öns maar 't léven geeft, de ècht-heid van zijn ziening.
De scène met den wegrottenden jood is wellicht ■ónder de werkelijkheid gebleven, en toch lijkt ze nü al aangedikt; de scène met de rottende Icolen en de vloekonweren van den groentenjood in den stinkenden kelder mag overdreven zijn,