HEIJERMANS׳ DIAMANTSTAD. 2 7
groote beeldspraak-onzinnigheid. Maar Heijer-mans' werk wemelt van dergelijke onzinnigheden, in den grond uiting van een heel-diep sensitief-psychisch gewaarworden en voelen.
Ik kan niet op alles wijzen wat uitnemend gezegd is. En ook lang niet op alles wat in die beschrijvingen buitengewoon slecht en gebrekkig van taal en stijl blijkt. Maar de grootste verwarring ontstaat meestal door Heijermans' onzuivere psychologie in beschrijving.
Dit b. v .:
״Eleazar zag niets dan het plein en de straat, de huizen daarin, die hij heerlijk vond (ikkursiveer overal Q.) aanbidlijk van kleur en-ver sterving, indrukwekkend als schemer-neersponzing op zee. Was niet elk droomend gezwijg, gódlijker klank dan het puurste geluid? O, 't huizengedroom, vast aan 't bewegen der lieden wier gezoem tegen de wanden ging, was sterker, smartlijker dan 't groote-water gepeins en gewatel, dat hij nu maanden gevoeld en door-angstigd had, 't water dat nóóit rust kende."
Verbazend naïef!
Hier wordt ons in geheel geïndividualiseerde extaze-lyriek, dadelijk een kijkje gegund in de voor kleur en stemming zoo gevoelige ziel van Eleazar. Eleazar, die, een-twee-drie, precies zoo