HEIJERMANS׳ DIAMANTSTAD. 2 7
kunst", en deze met instemming aangehaald door den heer de Meester, in de Nieuwe Rotterdamsche Courant.
Door de Gits-critici wordt georakeld: je hebt ^schrijven, <?z>£rschrijven en *^schrijven.
Overschrijven wordt genoemd 't weergeven van 't op gevangene, de gesprekken. Het opschrijven, 't weergeven van de gedachten der personen. Van 't tfwrschrijven wordt nog gezegd: „van de gesprekken die hij zijn menschen hoort zeggen is hij dan de onvervalschle fonograaf' (ik kursïveer).
Als ik in deze studie wat afzonderlijks schrijf over de dialoogkunst, zal ik aantoonen hoe absurd deze kwalifikatie ״onvervalschte fonograaf' blijkt.
Voor nu alleen wat er gezegd wordt van „schrijfkunst" en „beschrijving". Z?<?schrijving zou dan zijn, volgens hen, „'t onder woorden brengen van 't buiten ■menschelijke, het volstrekt in geen woorden bestaande (ik kursiveer overal Q.) het geziene, vormen en kleuren, en het te tastene, ruimte en atmosfeer", dat „vereischt de eigenlijkgezegde schrijfkunst", de kunst van het beeldende woord en de stijl."
Deze beweringen zijn inderdaad merkwaardig !____Vooral om de gevolgtrekkingen die er
nu gemaakt moeten worden, bij zulk een innig-dwaze formuleering van beeldenden stijl en taal.