HEIJERMANS׳ DIAMANTSTAD. 2 7
Er is psychologie en visie-beredeneering in, z. g. van Eleazar. Maar dadelijk merk je alléén Heijer-mans, Heijermans en nog eens Heijermans. Een valsche persoons-psychologie, leelijke taal en zeer onzuivere ziening soms.
Maar daarover argumenteerend straks!
Ik wil voor nu alleen konstateeren dat de opzet van het werk episch wil zijn en de, tusschen veel leelijks, soms prachtige impressionistische gedeelten, — van het episch-deskriptieve der eerste pagina's, dadelijk neigen naar een verzwakt-lyrisch uitbeeldingsplan; van de epische aanvoeling der oud-joodsche bronsgrauwe kwartieren ddlen naar detail-karakteristiek. Zoo b.v. de klub-be-schrijving, die niet meer doorademd leeft van een hooge, breede plastiek, niet meer gedragen wordt door de visie van een groot episch ziener, maar nuchterlijk verbrokkelt tot klein-scherpe observatiekunst, droog en fel, soms opstijgend tot fijne sensitieve drooming van kleur, tint en lichtspel, bewerkt met de techniek van een schilderstuk.
Van de eerste pagina af krijg je telkens tusschen vier of vijf regels beschrijvings-epiek, zuiver van bouw, — de onzuiverste psychologie-waarneming van Eleazar-Heijermans, verzwakte lyriek, gemengd met gewaarwordings-zeggen van den pro