56 HEIJERMANS׳ DIAMANTSTAD. 2 7
Hoeveel zuiverder en menschelijker is 't bloed-schande-feit van Palmyre in La Terre verwerkt, met hoeveel meer gevoel voor 't bizondere er van, 't vreeselijk-afwijkende. Dctér geen perversie maar huiverwekkend meelij; hier in schijn uiting van ellendige woningtoestanden, in den grond alleen te voelen als ziekelijke wellust van een geslachtelijk doorhit kind.
Neen, met epische kunst heeft Diamantstad niets uittestaan.
Dat Heijermans een groot talent is hoeft niet meer gezegd. Maar zijn grootheid leeft 't gaafst in kleine kunst. Voor epischen arbeid van machtigen, hevigen adem, voor menschschepping en groot-menschelijke tragedie, voor diep-innerlijk levensbeelden mist hij nü nog de wérkelijke gaven.
Augustus 1904.