Simson de Godgewijde

Titel
Simson de Godgewijde

Jaar
1927

Druk
1927

Overig
1ed 1927

Pagina's
359



II

straalden de glanzen te? aam; de Groote Zee wiegelde over fonkelingen van violet en spatselen van azuur, alsof heel d'aarde, gelijk een sprookgroote parel wegsmolt en traag oploste in dauw en zonnedamp.

Zoo zoet was het zelfbezinnend mijmeren Simson nu, bij het eeuwige golvenruischen dat stilte droeg en storm beteugelde, terwijl de avondschemering al door het schitterende hemelgloeien heen kwam donkeren.

III

In het steenzandige Aschdod wemelde het eertijds van zwermen uitgewekenen, van wilde reuzen; de gedrochtelijke reuzen van Enak. Manoach, Simson's vader, had hem veel wonderlijks verhaald, in zijn hunkerende jeugd, van hun ongeteugelde moordzucht. Het was al lang geleden dat deze ontzinde kinderen van Enak met hunne geweldenarijen, blinde ontsteltenis brachten onder de beangste en kleingeloovige inwoners van Hebron. Ook in Kiriath Sanna en in Og, het zonneland der Rephaïeten-reuzen, waar de dagen brandden als gouden afgronden van licht en hitte, stonden verdervers, monsters-van-kracht ten tijde van Mozes óp. En Manoach alweer, had Simson verteld van de besmettende waereld, de onveilige, tweedrachtige stad Astheroth-Karnaïm, de stad der balsemboomen, waar wildharige giganten, wreede heupverwringers, de menschen doodden of slachtten als vee en argeloos gedierte. Maar ook, dat Jozua de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.