83
wezen goed doorschouwd hebt, kunt ge eerst over zijn arbeid en het psychische vibrato daarin spreken. Nu ik iets aangeduid heb van zijn geestelijke en innerlijke natuur, kan ook ik eerst iets vertellen van zijn arbeid, door alle tijdperken van groei en ontwikkeling heen, wijl in grondvorm toch overal dezelfde mensch Spoor naar voren treedt. — De ontwikkelings-geschiedenis van den man die Frans Hals-copieën schildert, om zoo dicht mogelijk het geheim van diens kleurmenging en technische procédé te naderen, tot den man die Vincent van Gogh, met groote innigheid en oprechtheid bewondert, is niet gekenmerkt door zware tegenstellingen, hevige verrassingen en knallende inconsequenties. In Spoor, leven in rustige bondgenootschap saam, de uiterst-voorzichtige waarnemer, de zoeker naar stofuitdrukking, de kleur-verfijner en de speurder naar kleur-doorzichtigheid.
Hij zoekt naar den onlichamelijken toon, de veront-stoffelijkte kleur, naar het licht en de schaduw, in al hun heimvolle werkingen op onze aanschouwing. Hij bestudeert het technisch probleem met een hartstochtelijke objectiviteit en altijd wil hij terug naar de cabalistieke kleurmenging der oude Meesters. Hij wil het licht uit een gouden toon b. v. opwerken tot zijn hoogste werking, zonder ongeoorloofde trucken en verblindende bravoure-effecten. Schildert hij een fluweelen of satijn-doffe zwarte japon, dan begeert hij stofuitdrukking te geven, waarin