78
II.
Zooals er dingen zijn, zoo leven er menschen. — De schilder Spoor is een van die stille, weinig luidruchtige wezens, die de immanente schoonheid der dingen toch overal meedragen in hun ziel, Hij heeft met Piet Mondriaan en Jan Sluyters geëxposeerd in het Stedelijk Museum te Amsterdam, en ik verklaar eerlijk, psychologisch in tijden op een tentoonstelling niet zoo genoten te hebben als daar.
Spoor de bezonkene en rijpe, Mondriaan de innigst-droom'rïge en meest-tonalistische, Sluyters de vurig-opgewondene en toch bitterst-ontgoochelde en meest sarcastisch-melancholische. Toch omvat Spoor hun sentimenten en aandoenings-vormen, zooals een hoog gewelf zijn duisterende nissen en zachte schemers omsluit. Dit wil ik nu karakteriseeren in afzonderlijke studies over Spoor, Mondriaan en Sluyters.
Ik behoor tot de critici die vroeger reeds over Spoor schreven, was de eenige beoordeelaar, die hem een afzonderlijke studie wijdde. Nu de groote pers met bewondering over hem schrijft, mag het zeker wel bekend worden, dat Spoor zélf met de grootste waardeering en innigheid mijn critiek ter harte heeft genomen, niet slechts uit persoonlijke brieven, maar uit heel zijn arbeid blijkend. Spoor ken ik, zoools niemand anders hem kent. Onze