VIERDE HOOFDSTUK.
I
De Ganzepoot in dampwolken. — Een tweede tocht naar Corry's hart.
Het was nu al bijna vijf jaar her dat het vermetele Zee-dijksche rapalje, Corry met dierlijke woestheid had overrompeld. In wonderlijke rust en ongeloofelijke kracht wist zij zich te herstellen van den schok en hij, Manus Peet, Bad-Aap en Bochel, doorgewinterde leelijkerd en kriek, bleef de mooiste en stoutste meid van den Jordaan aanbidden! Waterverf. Hij had nu zijn leven lang zooveel gerekend, dat er geen cijfertjes meer over waren. Dat hij ook telkens wéér prooi werd van de onberekenbare lieftalligheid en scherpe, wan-trouwelijke hardheid, het krenkend-onverschillige en de inlonkende behaagzucht van Corry! Van lieverleê bleef Manus Peet zich maar steeds weeïg koesteren met de gedachte, dat zij op een eigenaardige manier van hem, gedrochtskop, hield. De snijdend-kwetsende en pijnigende waarheden die hij haar eerst zoo rauw het ontstelde gezicht had ingesmeten, drongen niet meer zijn lippen over. Jaloerschen schimp en tragischen spot op haar wezen had Corry hem zachtjes-aan