Saul en David

Titel
Saul en David

Jaar
1914

Druk
1914

Overig
1ed 1914

Pagina's
129



Nu ga 'k den mist'gen nacht weer in; mij wacht 't ellendigste gebrek, gescheiden van mijn vrouw en volk,

mijn huis en bloedverwanten. Nu wordt de eenzaamheid mij weer, een zwijgend makker, in troostelooze stepp' of bergspelonk. — Nu zal de wind weer klaagzang voor mij huilen; hoor ik de smachtstem der schalmei van ver mij roepend, over de vlakte van Jisreel. Die achterjaagde ballingschap ... ze laat mij al den tijd, de ziel mij stuk te rijten en wég te kwellen van verlangen. — O Jonathan, dat God mij toch het hemelvuur toeslingere, mijn wezen zwart verkoolt

in onweerslag. Mijn Jonathan, dat is mij liever, dan droef te leven in verlatenheid, (pauze.) Nu zal ik afscheid nemen, van jou... van Michal. —

Jonathan.

Toe, folter uzelf niet langer broer; redt u, tot vaders woede weer is geslonken. Ik zend u boden in 't geheim. — Jonathan door middenhang af. Michal wikkelt David in donkeren mantel en leidt hem naar de smalle, hooge draperie links, —

Michal (onrustig.)

Nu hier langs vluchten. Ik hoor de manschappen van Saul al naad'ren. —

David.

Michal, Michal, alweer van hier verdreven! Een gouden haak van altaar-voorhang losgerukt... zóó heilig zijt gij mij. — Ik gaf nu al mijn goud en goed, zoo 'k hier kon blijven bij uw zoeten mond.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.