Saul en David

Titel
Saul en David

Jaar
1914

Druk
1914

Overig
1ed 1914

Pagina's
129



23

Ahinoham.

Edele koning,

nw David, ontbiedt hem toch.

Herab.

0 vader,

hij bant ons hartgekwel.

Saul (opstaand en tot allen woest uitvallend.)

Neen I.... neen!.... Hij blijve I Z^jn klanken-gestreel is gif voor mijn ziel als een vleiende tong. —

Hij pijnt mij het meest I (met wonderlijk-beangste stem.) Hij temt en hij roert mij zoo vreemd, dat d'angsten eerst schuw verdwijnen. Maar dan, als hij zwijgt,

zijn harpe trilt n&, en zijn lied is gestorven, dan, met woedende kracht, keeren zij weer, al weer. (pauze.) De roover van mijn slaap is hij!

Jonathan.

Mijn vader, hoe wrang beziet gij hèm, in de branding uwer drift.

michal (droevig.)

Is zóó mijn held,

mijn zanger?

Jonathan.

Is sluwheid ooit gebaard

door koenheid en Gods-vertrouwen ?

Geen grooter vreugd is 't hem,

dan te spelen voor zijn vorst.

Is David bandeloos en wreed van drang,

hij, harpenaar uit Samuel's school?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.