De Jordaan, Mooie Karel

Titel
De Jordaan, Mooie Karel

Jaar
1925

Overig
5ed

Pagina's
513



92

den in haar brieven en haar moeder, in nauw te ontcijferen kattebelletjes, verweet haar schertsend dat zij het heele Jordaansch scheen afgeleerd voor dat gekke knikkerspel van woorden waar je geen sjoege van kreeg.

Haar bokser belette haar telkens naar haar ouders in Amsterdam terug te gaan. Hij dreigde met een mes zoo groot als een slakkenspit.

Eindelijk besloot Greet, ijzervast, al kwamen schout en schepenen er bij te pas en al gebeurde er wat wilde:

— Ik ga!

Toen schrok de bokser van haar dolle onstuimigheid terug en Greet ging, zonder om te zien.

Toch durfde Greet zoete moêr Ant geen woord van haar gevangenschap te reppen. Van ontvluchten was geen sprake. Want die Antwerpsche kanonnier zou haar toch overal achterna jagen, al kwam de hel er door in oproer. Er was maar één in Amsterdam, wien zij over haar angst en haar slavernij waagde te spreken: Mooie Karei, haar vermetele oom. En die had haar niet eens verwelkomd. Natuurlijk, de palingmarkt of de zuip-herbergen waren hem meer aan gelegen dan haar geweeklaag. En de volte en engte van den Zeedijk! Haar zorgelijke moeder Ant, — hoe pijnlijk-kreupel sleepte zij haar been! — had den ganschen avond al geprutteld, dat zij zoo veranderd was. Geen wonder! Gerijpt van kind tot vrouw en al mat van zinnen. Greet voelde zichzelf zoo ernstig, zoo schrikkelijk, schrikkelijk ernstig! Ach, als het eens rozen ging sneeuwen, ook voor haar!

Sjoege: begrip. —

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.