73
— Ga deur meid... je lucht na kosmetiek!
Een lachgil in de lucht en weg was Mie, een zijsteeg in.
Karei bleef al zijn Lindengracht-menschjes stug groeten, omdat hij zijn grimmigheid en nukkigheid niet kwijt kon. Hij had geen pleizier in loos gebabbel over de koortsklier van Frans Vroolijken-Sijs en het kommetje heete kamille dat Doortje Kliekie slurpte tegen haar longenkou. Maar die Jordanerin Mie Sluissie, dat straatacrobaatje, zou hem niet afstrijen, niet neppen, al lokte ze nog zoo tierig met haar karsglanzige oogen. Zijn fokse slonk meer dan haar aal. Ach, het zielige wijf ploeterde ook om haar kinderen een beetje knap te krijgen. Zij zong al de liedjes van den mallemolen mee, om haar eigen boven water te houden. Voor een flepje van honderd liep zij zich den rug ruig. Maar toch stond zij bij hem in het krijt!
Mooie Karei had Ant beloofd nog een restje aal te zullen bewaren voor haar getrouwde kinderen: voor Trui uit de Tuindwarsstraat, voor Na op het Karthuizer en voor Jaap en zijn versch-getrouwd lekkerheidje. Maar verdikkeme, waarom moesten die nou alles voor inkoopsprijs en allemaal hem vandoen hebben? Zij roddelden arglistig en wraakzuchtig toch stad en land aan mekaar; konden zij meer afkeutelen. Ja, de één-vijf-en-twintig voor Wimpie, voor hardloopers-schoentjes, had hij het mannetje nou eenmaal eerlijk toegezeid. Maar dié getrouwde makreelen sprongen altijd zoo vroeg in de wapenen bij een voordeeltje! Moesten die ook al met hem de kip deelen en al zoo vroeg affekaatjes likken?
Plots dacht Karei, in een soort van schuchtere verrukking, aan Tuschinsky. Kedin! Met dat stiekeme genotje zou hij eens fijn zijn Maandagje opcieren. Dat klonk als een Patertje langs den kant. Al was het smoorheet en deê hij wat hij deê... daar, in het donker, kreeg je geen zonnesteek. Een proesdag voor negocie, maar gekloft looierswerk. Hij ging fijn op zijn akkertje, op een donker stoeltje uitkoeke-loeren, en hij zou alles beleven, zoo maar effetjes in zijn
Neppen: bedriegelijk handelen. —Fokse: schat; geldbuit.— Flepje van honderd: bankbiljet van honderd. —Kip deelen: gestolen waar deelen. — Kedin: in orde. — Proesdag: slechte, mislukte dag. — Gekloft: uitgezocht, —