43
dien schroeigloed, dat minnevuur, dien bevenden hartstocht van hém. Hij was een kwinkeleerend prater, een vlugge schertser en een vechter voor liefdevrijheid. Hij kon van meisjes en vrouwen overrompelend-snel alles meevoelen; vooral de fijne zelfbedriegerijen als zij genot verlangden en preutsch deden alsof alléén de onbeteugelbare man het schaamtelooze en hartstochtelijke wenschte. Hij woog haar valsche zuchten, hij onthulde haar vermomde begeerten en hij duldde haar bange, aandringende lusten. Want ridderlijk nam Karei op zich de schuld van alles wat zijzelven toch zoo dolgraag wilden zien gebeuren. Zoo was hij geweest vóór Corry's liefde. Maar ook wreed-koud en eeuwig dat dood-onverschillige, krenkende voor al het bereikte, al be-vleiden de niesses nóg zoo zijn zingende stem en het zoete liefde-gelok erin. Neen, neen, de diepe, instinctieve drang, de inslokking en opslurping, dat zinnelijk zwijmen kwam niet van hem, maar van vele lieve vrouwen, van vele kuische, trotsche, fatsoenlijke, heerschzuchtige en liefde-waanzinnige vrouwen,... met of zonder marktmandjes. Hoeveel moest hij niet terugdringen, terwijl hij dan deed alsof hij niet begeerd wierd, om hun positie uit vernederende schaamte te redden! Maar zóó schalks hinkte hij, wanneer hij zich een blauwe scheen stiet, dat zij de wending van zijn hoffelijkheid voelden als een fijne en schermutselende plagerij. Bij Mooie Karei was het, de laatste jaren, meestal een stoeische pret, een schelmsch geven en een speelsch terugvragen van kussen; bleef het een onbewust-romantische teederheid, die toch oprecht en bloóhartig vaak, zich, van de intieme nadering schuw, verward en stil-droef afwendde. Mooie Karei zocht de enkele zinnelijkheid niet, in zwoele voldoening en ruwe bevrediging. Bij hem wierd het een verleidelijk liefdesspel dat dwérs door het verbodene van het genot heen, omzichtig tastte naar iets onuitsprekelijk-teeders en reins; al kwam nu en dan een zwoele vlaag van duisteren hartstocht, — het onbekommerd overrompelen van den oerman, den krachtbewuste, — opstormen. Want het latere
Vrouwen met marktmandjes: vrouwen onder het volk die ter markt op klanten azen. —