454
De koud-kwellende kracht van zijn jeugd herleefde weer in Frans, de listige en leugenachtige berekenaar van lot en kansen... Hij ten onder... maar Mooie Karei mét hem!
Nog altijd rilde Poort van moord en moordgedachte. En dan, hoe zou Corry hem, Karei verheerlijken, als ze hoorde dat hij Karei gemold had. Dan zou die kerel toch in glorie blijven voortleven in haar gedachten. Ook dat geluk gunde hij Karei niet.
's Avonds, in de diepe, halfduistere kroeg bij Stiekeme Thijs, waar ook wel eens Stijn en Ant's man inzwaaiden, waar alles naar jenever en tabakswalm stonk en een zware kachel-vuur-schemering zacht, tooverachtig-ros uitscheen over den donkeren vloer, begon er onder het edelvolk van de Oudezijds-Armsteeg een rauw-gistende pret, een tartende voerderij los te breken tegen Burk, den zotten drinkebroer.
— Die kontschopper faart me kepleet in me seile,... hij komp pas fan Alkmaar,... dolde pooier Bokkepoot, groezelig-harig, vol eeltplekken op de roode handen en zwart als een aap; Bokkepoot gescholden omdat hij eeuwig een marjeniers-pet met flapperlintjes droeg.
Burk zelf hoorde hoongegier en spotgelach stom-strak aan.
Al de pooiers, dieven, kortharige dievenmeiden, beroo-vers, dallesgasten, zatte lummels en knapelijke apachen, joolden om zijn schooierige verloopenheid en zijn blinde smart.
Zwarte Kraai, een motlap, grinnikte lodderig:
— Se sacht huidje is d'r moedernaakt gesmolte!...
De meid van Rooie Peer, pas afgewezen door Karei,
verkneep sarcastisch de nijd-stem, terwijl ze haar groote, zilverig-glanzende broche omboog in spanning:
— Karei oud roest... de schakeltjes fan de boeie snije se polsies deur!... Geknijsd in de kaarte...
— Hij hep fan de boter gesnoept!... joolde een dieven-deern in helblauw jak met roode moesjes.
Geschater en hatelijke lachschimp braken al ruchtiger uit. Zelfs de eigenzinnige groentjes, onder het verboden dansen en spelen, boertten en tierden mee en veroorloofden zich
Edelvolk: misdadigers. — Voerderij: scherp gekscheren.—Motlap: mottige. — Geknijsd in de kaarten: voorspeld door de kaarten. —