De Jordaan, Mooie Karel

Titel
De Jordaan, Mooie Karel

Jaar
1925

Overig
5ed

Pagina's
513



424

tjes en nabij het gelok van groene kroeghorren. Hij hoorde bij de geheimzinnige transparanten van zeemans-logementj es en tusschen zwervers van het allerlaagste allooi. Hij hoorde in dien nauwen warrel van kronkelsloppen, waar telkens het mes kil opflikkerde onder lantaarnschijn; snijdend gegil en doods-gereutel verklonken in de duistere stilte.

Karei hoorde bij al die roovers en roofsters, bij al het schimmelige ratgrauw van stegen, sloppen en burgwalletjes. Hij hoorde bij het valuwrood van lok-bovenwoninkjes op de wrakke grachtjes, waar rottende uitwerpselen op brak spoelsel wegdreven. Hij was niets méér dan de kwartjesvinders, dan de meisjes-exploiteerders, dan souteneurs, roofvechters, dieven, inbrekers en messtekers. Hij was niets méér dan de Zeedijk-mareesemers en het gespuis van heel donker Amsterdam. Versliegeraars en jatters, melukpeesers en chanteurs, vroegen hem opgewonden om raad, om hulp, hem, de ijzeren vuist. Hij behoorde wel niet tot de benden, maar hij dronk en leefde toch met ze en doorgrondde langzamerhand al hun beroeps-geheimen. Hij stond op het randje, .. •dat zei hij zichzelf honderdmaal per dag. Waar was de oude, onbenevelde Karei Burk? Nu zag hij dag en nacht de tippelmeiden door hun schooierige wreedaards zoo afgrijselijk afranselen met stokken, met kabels en gespij kerde losse zolen, en geen aasje opbruisend verzet meer in zijn slappe body!... Het kon hem niks meer bommen, al die deerns en jatmousers bij mekaar. Hij liet maar waaien! Wat was hij zelf voor een ontzinde bietser, in stukken gescheurd door eigen ellende! Hij zwierf op den Zeedijk, en het diepst-gezonken gespuis kroop en flikflooide om hem heen; gespuis dat hij vroeger in de goot van zich had weggetrapt. In een soort van wezenloosheid, door hevig verdriet afgestompt en verdoft, liet hij zich ringel-ooren, en de boeven beloerden zijn verliederlijking en val met wraakgenot op de gluiperige gezichten.

Eén ding was er nog voor Mooie Karei gebleven... de dans, die geheimzinnige heerlijkheid van bewegen op dwang

Mareesemers: dieven. — Versliegeraars: spionnen. — Jatters: dieven. — Melukpeesers: zakkenrollers. —

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.