4i8
Plots gaf Karei dit verachtingsgevoel een duivelsch-tartende vreugde en hij schaterde zenuwachtig-schel en hikkend naa Poort en Elsa toe, dat hij nou zonder die fijne floddermeid uit Den Haag te spreken, haar tóch op een afstand kon pesten en kwellen zoo lang hij wou. Ze mocht weer ״komme anpronke" op den kruissprong: Jordaan en Zeedijk, met haar ״geweten" en haar ״eer" uit de belt opgeraapt.
Mie Kuil kwam in, een lange, brutaal-rondkijkende, oranje-achtig-opgeverfde snol, in kniekorten rok van puntige slipjes bijeen-gewaaierd. Naast haar liep kruiperig méé een oude, gerimpelde en vervuilde prostituée, de rood-wollen kap schuin over het hoofd geknoopt. Karei sprong wild overeind en schreeuwde opgewonden:
— Hier Mie... Mie... hier... hier Mie!... Nie sloffe en schuifele in 't donker... hier,... lik mee mit de merwiggers uit de Luthersche Kerk!...
Stormig bestelde Karei ״bier mit" voor Mie en een Voor-burgie voor zichzelf.
— Gekloft!... 'n Soete fladderik staan deftig... en tug wor je d'r dronke fan...
En weer joolde hij naar Mie:
— Ka 'k je diene mit 'n kenariepietkoekie? .,. Héé stappert.. jou auk? ... Of... of fisch je op gebakke botjes?...
In zijn dronkenschap betaalde hij den vethalzigen, dik-buikigen kastelein dadelijk uit een hulpeloos-gekuilde hand, vol pas bij Frans ״geleend" kleingeld.
Blauwe Beekie, Doodskop, met vaalbleeke tronie en het zwart-stoppelige haar tot vlak op de oogbrauwen gegroeid, en Dubbelzes, — nasluip-souteneurs, rumoerige vechters-verzuipers en beroovers, — verschenen onverwachts op den drempel, als grauw-gevlerkte vogels in het late schemerlicht. Ook hen schreeuwde Karei toe:
— Hier jonges... héé Doodskop... loek hier... hier!... Jij auk Dubbelses... Hier plakke Karei en Frans... As Meneertje jullie roept en hij seit: gane jullie effe sitte... nóu, dan laat-ie jullie ja tien jaar sitte!... Bij óns kè-je daalek
Merwiggers: zuipers, schransers, zwervers. —- Uier met: bier rriet suiker. — Fladderik: mengsel jenever met elixter. — Stappert: uitgaander. — Verzuipers: die slachtoffers, bij verzet, in het water tjompen.— Loek: kijk. — Meneertje: Rechter van Justitie. —