De Jordaan, Mooie Karel

Titel
De Jordaan, Mooie Karel

Jaar
1925

Overig
5ed

Pagina's
513



VEERTIENDE HOOFDSTUK.

I.

Na al het wanhopig zwerven in de oorlogsjaren, door Duitschland, tusschen rookwalm en fabrieksoven-vlammen, was heel het innerlijke wezen van Frans Poort zonderling verstild en veranderd. De in zich zelf gekeerde ״gladde vogel" voelde zich in de wiek geschoten. Er drong in hem allereerst een hunkering naar grooter overgave aan het leven. Hij wou geen welgemoed en bekeerd-braaf-Hendrikje spelen, maar ook geen diefstal, geen inbraak en geen roof meer doen met toffe jongens. De cel,... eeuwig grijnsde de cel! Snijdende angst en afschuw voor het gevang bléven Frans' vreeselijke en rillende nachtmerrie,... niét ingebeelde deugd en strak-gespannen fatsoen. Hij zou liever gammel, het verachtelijkste werk verrichten, of 's nachts aan de donkere kaaien in een handkar slapen, dan ooit weer rond te kruipen tusschen muurgrauw van een gevang.

In Den Haag vond hij, onder een wonderlijke lotsbestemming, doch ook door zijn bedeesd-beschaafd optreden, — een iegelijk vaarde voor zijn gewin, — bij een grooten boekbinder met een allergoedhartigste fiselefasie, een poosje arbeid; al zag de kerel wel aan Poort's kapotte schoenen en zijn uitgesleten groen huidje, dat er een torntje aan hem los was.

Fiselefasie: gezicht. —- Huidje: jasje. —

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.