De Jordaan, Mooie Karel

Titel
De Jordaan, Mooie Karel

Jaar
1925

Overig
5ed

Pagina's
513



25

avond nog in het halfdonker, had ze Trui en Jaap en Aal-Mie en Oome Dorus uit de Loods en Sien Gasmuntje en haar zuster Na en Mooie Karei verteld van het Palingoproer; alles, alles, alsof het lieve kreng er zóó bij was geweest. Zij spéélde compleet het schieten, het vechten en het wegloopen in één asem! Het leek wel of ze allemaal perkesonnetjes in haar waffel had, zoo knapperde en knerde en siste het voor de meid uit. En Aüe zeivers keek met oogen als van een geschrikt duifje. Toen ineen was ze weduwe Kris van der Woude, die voorspringster en wegduwster van alle menschen, die vroeger bij den rijkdom op de Bocht de stoepen boende. Die had er ommers meegevochten in het Palingoproer als een kneibel! En Alie speelde d'r heelemaal emmes na, als het wijf onder haar rokken een bangen inspecteur van politie verborgen had, bedreigd door het opgeruide volk, en dien ze zóó het leven had gered. Guns, als het lelletje dat vertelde, die oolijke Alie,... dan lachten zij zich allemaal mank en dubbel. Stel je voor, gilde Alie dan:

— Meide, gekloft!... de dofgajes... de pelisie fan 't houfberó onder jullie rokkieneesies!...

En zij zette zich breeduit in haar jurkje van lappen, alsof het zóó levendig gebeurde. Jaap gierde en Aal-Mie barstte van den lach. Sien Gasmuntje, als een armenhuis-vrouwtje vaal in haar paarse sjaaltje, sloeg zich de knieën plat van het stuipend schreeuwen en Trui moest naar achteren, zoo schaterde het brave mensch. De glundere zoon van Jan Luchtschip wilde inspecteurtje spelen bij Alie, maar de meid gaf hem een keiler dat zijn wang scheefzakte. Toen speelde Alie weer verder... Krisje van der Woude, als de Koningin kwam aanrijden in de Willemstraat. Daar stond ze plompverloren met al haar strijkages en de tweehonderd zingende kinderen achter d'r heen! Mooie Karei zong allerlei befaamde buurtstemmen na... Alie's lampies leken net lichies die brandden... Als ze zoo bedocht, Ant, dat die goeie Kris nog twee maanden vóór haar dood met opstootjes en stakingen had meegemanevreerd, zwart van

Waffel: mond. — Kneibel: kerel. — Emmes: echt. — Gekloft: fijn.•— Dofgajes: rechercheurs. — Lampies: oogen. —

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.