De Jordaan, Mooie Karel

Titel
De Jordaan, Mooie Karel

Jaar
1925

Overig
5ed

Pagina's
513



308

— Ikke ken langer d'r onder legge dan d'r bove loope... kim!

Hij wou niet sterven; hij vond het sterven iets afgrijselijks,

om radeloos te worden. Daan Blikkie bekeek Rooie Piet met zalige verbazing, want ook hij voelde denzelfden angst voor het sterven.

Akie grijnsde en preekte weer:

— Snij uwes vleesch uit, snij uwes sondes uit.. gammer!...

— Hoor domenee Bontekoe... perceel liefdadigheid, mit se jas-mit-staldeure!

— Gammer,... sarde Akie grinnikend door,... uwes leeft uit 'n gierige beurs,... uwes hebt last fan de gal!

Rooie Piet was een melancholieke pooier, die peesde met vier vrouwen. Juist toén voor het eerst leerde Frans de grootscheeps-luierende souteneurs kennen en begreep hij de daemonische macht van het werken met renpaarden. Hij haatte al dat uitspattende en strompelende gespuis om zich heen, en toch listig noteerde Frans in zijn knar al wat hun spot- of hekel-gesprekken hem leerden. Door Harmen Huisinga kwam al dat grauw gespuis de klapper opzwaaien.

Vooral één kwam veel, de ergste,... een pooier die met chantage en beroovingen geweldige slagen beredderde op het Oudekerksplein. Het was een aartsgokker en ondanks zijn bloedspuwingen, bezeten door het dobbelspel. In zijn recht-schen, schuw-donkeren oogappel lichtte, als uitgesneden, een licht aas-figuurtje; tragische erfenis van zijn moeder, waanzinnig belust op spel, gelijk haar kind; een vrouw die, terwijl ze hem onder het hart droeg, van haar eerste Zwangerschap-uur af tot den dag der bevalling had doorge-gokt met de kaarten, tot ze haar laatste kimmelaar verspeelde.

Op hun kamer dobbelden al de goosers voort, alsof ze er woonden; ze rookten, stoeiden, dronken, gokten, en verraadden elkaar al hun broeische geheimen.

Op een stormwoesten Decemberdag, toen al vroeg de lamp was aangestoken, brak er een beangstigend noodgevecht uit tusschen Rooie Luuk van het Oudezij dskolkje en Wurg-hand, om een leeg vinkje. Luuk zwaaide de staalkille

Kim: in orde: dat spreekt. — Jas met staldeuren: jacquet. — Last van gal: kwaadaardig. — Peezen: werken. — Renpaarden vrouwen. — Knar: hoofd. — Kimmelaar: drie gulden. — Vinkje: portemonnaie. —

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.