283
Poort Karei, op welke wijze hij eigenlijk in het groote bajes was aangeland. Frans bekende dat Harmen Huisinga, Daan Blikkie en hij altijd gis hadden gegnuifd wanneer hun kraken wierden besproken in de groote flikken, onder het hoofdje: ״De beruchte jonge inbrekers weer aan het werk." Deze geheimzinnige en lokkende faam bracht Frans toendertijd al in vervoering, zonder dat iemand ooit dit verheimelijkt en stil-ziedend genot in hem bemerkte. Er was groote onrust en angst in Amsterdam. Zijn wangedrag beleefde hij als heldendaden, zijn uitgeslepen schelmachtigheid als moed en het verhaal hunner misdrijven wierd hem een oogenverblinding. Geen avond bijna ging voorbij of de pinose-jongens, vlug als vlooien, sloegen hun slag, zoodra ze maar even hoorden dat het zwaar steunde. Het geval met het renteniertje en de Friesche huishoudster had hen in dollen overmoed opgezweept. Zij snoefden roekeloos op hun vermetelheid. Harmen Huisinga speelde met een aan twee kanten gescherpt galf en ieder die er naar keek, bedreigde hij in stilte, al mompelend:
— Kijk voor je, of ik scheur 't door je bast!
Zij pochten erop dat zij drietjes alleen al, de Centrale Recherche van het Hoofdbureau handen vol werk bezorgden, dat de Rechter-commissaris zich een nieuwen aas-neus moest aanschaffen. Daan Blikkie, totaal in de war, vloekte in be-zweete zenuwachtigheid mee. Hij zag niets dan stillen en veldwachters.
Frans genoot van eigen, hevige opwinding en van de angstkwellingen die hun ophitsende woorden in Daantje daarna veroorzaakten. Telkens gaven zij zich bloot in brutale luchthartigheid en toch wisten zij, dat reeds weken lang verschillende rechercheurs van de soemkoef hen bespiedden en op de loer lagen. Frans onderging namelooze vreugde in dit gevaar en in den snijdenden angst voor ontdekking. Zij logen en verzonnen en snoefden er nog meer gevaren bij. Zijn heele mis-dadigersbestaan wierd hem een zoete zinsbegoocheling. Frans hield het eerste op met drinken. Zelfs bezocht hij nu en dan
Groote bajes: gevangenis. — Gis: sluw. — Kraken: inbraken. — Flikken: dagbladen. — Pinose of pernose: het bedrijf betreffend. — Zwaar steunde: er zat geld of goed. — Galf: mes. — Aas-neus: een en twee bij het dobbelspel. — Stillen: rechercheurs. — Soemkoef: politie. —