De Jordaan, Mooie Karel

Titel
De Jordaan, Mooie Karel

Jaar
1925

Overig
5ed

Pagina's
513



22

vermocht te bedwingen. En nou haar eigen kinderen; vooral Gijs, die vroeger als rozijnendief bij de smerissen afgemerkt stond. Dat Burkje liet zich door niemand krauwen. Jaap, de pas-getrouwde bluffer, vocht overal om niets, in een schelle opvliegendheid. Zelfs haar meiden, Sientje, Greet, Trui, Na en Alie, knokten soms als klabakken en stonden van genot loensch te kijken, wanneer haar broers aan het rammen gingen in de buurt. Zoo wierd de duivel in hun gesnor, nog straatschender. Alleen Greet, die nou in Brussel rondzwierf, hield niet meer van die maskerade-grappen en bloederige grollen. Zij had er tabak van! Toen Thijs Ant's blauw-oog zag, dat Gijs haar had geslagen, spotte hij wreed:

— 'n Gekloft Pinkster-kedautje!

— De bobbert jij... malle tit!

— Kajje alles blauw-blauw late.

Maar Mooie Karei ziedde en schold naar Gijs:

— Die liederlijke sijk-in-bed... dat happie sprokkelhout,... da manke flondertje... ik sel 'm skubbe!

Gijs kroop weg onder Oom's dreigblik.

Gut, gut, als Mooie Karei hier niet woonde... Dan zou het tusschen die pottenboeven en achterblijvers niet meer om uit te houden zijn. Dan zouden Thijs en die zwarte ratten het heele gammele meubelzootje al lang in elkaar hebben gezwiept en getrapt. Want, — Ant moest het toch maar eerlijk zichzelve bekennen, — Thijs, vanaf zijn trouwen en zijn verknochtheid aan Schele Leendert uit de Anjelierstraat, was en bleef een stiekeme ganneferd en een frunnikende gluiper, Hij dééd wel nooit wat voor de wereld, maar voor-zijn-eigen liet hij ook niks na. Als hij den sleutel van de hellepoort, dien de paus aan zijn riem had hangen, kon afgrissen, zonder dat de man het merkte,... hij zou hem ijskoud, voor twee sjoofies of voor kimmel hondjes bij een snees verpatsen. Die glibberige praam! Al het gesnor van Burk sloeg elkaar, tot de kleinste kleinkinderen toe, in wie al op driejarigen leeftijd het knokmerg branderig begon te jeuken. Zij konden eikaars zoete bloed zuipen als zij de pruif hadden

Gesnor: familie. — Tabak van hebben: genoeg van hebben. — Gekloit: gezellig, mooi. — Skubbe: schubben. — Zwarte ratten: verdorven kinderen. — Sjoofie: gulden. — Kimmel hondjes: drie dubbeltjes. — Snees: opkooper van gestolen waar. — De pruif hebben: dronken zijn. —

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.