De Jordaan, Mooie Karel

Titel
De Jordaan, Mooie Karel

Jaar
1925

Overig
5ed

Pagina's
513



36 9

Zou nou alles voor hem verbrod en bedorven zijn? Alie, in teerhartige opwelling, koesterde Oome Karei met allerlei verhaaltjes, met haar kluchtig comediespel en zotte gebbetjes. Want de meid kon wel huilen om zijn in-verdrietig gezicht. Ze wou hem door alles afleiding verschaffen. Maar niets hielp. Mooie Karei bleef overkropt van ellende; kil, somber en prikkelbaar. Uitdagende straatdansen, muziek op den zonnigen Dam en het-lied-van-de-keien, ze bestonden niet meer voor Karei. Tegen een iegelijk viel hij uit, grof, gemeen, schimpend, razend en dreigend. Hij sprak op het mes; hij wou snijden en kerven als een dronken matroos. In zijn kranke heftigheid zocht hij ruzie met den mal-fluisterenden en grillig-gebarenden Thijs, met die schommelende kopspin. Hij zou het vunze, grinnikende bakkes van zijn broer met wellust in elkaar hebben kunnen timmeren, zoodra die weer te leuteren en heesch te mompelen begon over zijn baarstuig en zijn karpertuig-mit-staande-haak; zoodra die weer snoefde op de prijsvisscherij en dat door hem, door hém alleen, de Madelievenstraat drie groote kransen in de wacht had gesleept. Karei loerde slechts op de uitspringende onderlip van Thijs en zijn verwrongen mom. En al zag hijzelf zoo grimmig als een kolenpeeser, hij haatte het gelijm van dien geldverdonkere-manenden snurker. Ook Ant's gezeem ergerde, onder eigen prikkelbaarheid, hem al heviger. Haar bultige neus, haar gekwakkel en gehink, deden hem opbruisen en vloeken. Voor zijn part wierd ze kreupel op twee stelten!... Achter al zijn gescharrel loeide toch duvel's blaasbalg. Hij moest maar een zoet sluimertje doen onder het gras en zich voor eeuwig asjeweine maken. De kijvende jongetjes, dat domme rauwe tuig, rammelde hij dooreen bij het luttelste woordje van verzet en krakeel. Teuntje brulde den muil vol en huilde onder Karel's knauwende knuisten.

— Pas op... ik meet je rug!... dreigde Oom ruw.

Wimpie, met angst-oogen, rende weg, de Lindengracht over. Zoo grommerig, opstuivend, gemeen en valsch hadden

Gebbetjes: grollen. — Asjeweine: verdwenen. —

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.