268
gedachten, haar geheimste en opperste wenschen. Nou wilde hij alles van haar innerlijk, om in een zoet geweld zich te vereenen met haar wezen, haar bloed en haar hart. Want was zij niet bij hém, hij was altijd bij haar. Wat gaf hij om de drekwereld en haar overdreunende praatjes!
Karei scheen al zijn duivelachtige streken te verliezen. Hij wou zich wel heelemaal van binnen stukscheuren, in smart en woede om al zijn vroegere misdragingen.
Karel's oogen begonnen zoo wild te glanzen, dat de kleine, blonde Alie er bang voor wierd en haar feuilleton schichtig op zij schoof. Want dié voelde, zonder een woordje biecht van Karei, het waanzinnige en verwrongen verdriet, de verdwaasde gekrenktheid van haar Oom. Ze kon Corry wel kinken, omdat ze zoo een weergaloozen kerel zoo grof beleedigde en in verstootende schande smakte. Hij bezat toch niet meer dan dat wat hij op- en- aan had, in de heele wereld,... die berooide jongen. Want al was zij pas achttien en Oome Karei tien jaar ouder, ze wist toch hoe die knots-zwaaier zich voelde van binnen. In haar laatste feuilleton had zij juist zoo een tafreeltje uitgespeeld en wel tienmaal gelezen en overgelezen. Maar in dat stuk feuilleton had de weggetrapte vent zich helsch gewroken. Die nam dat stiekeme en gluiperige niet van de grootschige meid. Die stompte haar brullend het kliniekie in. Jonge-jonge, als die aan het sporten ging, potselderie... dan verschoten de wolken!
Alie hijgde en sidderde van drift; ze wond zich al heviger op. Ze leek warendig wel een ziek orgel. Vader had er de heele week doorgehaald met zuipen en deed niks dan lodderig zijn Moedervlekkie aflikken, goddorie! Maar Oome Karei, aan lager wal,... ach, ze zeurde op snert! Haar eigen knutselende jongen gaf haar de handen vol met al zijn grillen en kapsones. Die zat ook maar eeuwig onder gelag, die gerookte geep. Die gaf geen muziek meer als je hem op zijn kanes kletste. Neen, dan Oome Karei, die stoute baas, die zoo maar luchtig-weg zich liet ontglippen wat hij het liefste had op de wereld!
Kapsones: drukte. — Kanes: kop. —