273
argeloos misleid en wrang bedrogen. Corry moest wel van hem denken dat hij haar alleen wou zien zwichten om zijn mannentrots te bevredigen. Hij, Karei Burk, soms vol bewust van zijn verleidmacht, kon niet verdragen dat de mooiste meid van de Jordaan hem ontliep. Maar zij besefte toch niet hoe hij leed in levensangst; hoe alle opvlammingen en geestkracht in hem waren uitgedoofd; hoe zij zijn wilden hartstocht temde en zijn rauwste begeerten terugstiet. Het was geen besmettende genotzucht meer, geen verwilderde drift die hem zoo schroeide en zoo in radeloosheid en somberte deed rond-loopen. Hij voelde zich kleingeslagen van binnen. Er dreigde iets om hem heen in de lucht als bij onweer-op-komst. In zijn vermurwing bad hij den Almachtige om hulp. Alleen in zijn bed, in zijn hok, ontkrampte zich zijn heete smart en voelde hij zich nietig, hulpeloos als een kind. De diepste droefheid kon hem zoo overmannen, dat hij urenlang zonder besef stond tegenover alles wat hem omringde, in smartelijke vergetelheid. Zijn ontroering dreef als op een vreemd licht. Dan naderde zijn verdriet hem als een stille droom, dén als een laaiende vlam die gloeiende strepen en sterren achterliet. Hij voelde zijn eigen lichaam zich bewegen als onder een net; onder een weerstreving waarin iets half wegweek en hem half omspannen hield. Hij bespiedde het gelaat van Frans en Nel uit argwaan, want hij vreesde dat zij hem misleidden. Hij wou al wat verborgen leefde achter de gezichten van Corry's familieleden, naspeuren. Ja, vroeger wou hij in vreemde gewelddadigheid, alleen het loutere aangehitste genot. Maar het verre en prangende verlangen had hem gerijpt. De razernij en de spanning die zijn liefde voor Corry in hem bracht, bezoedelden zijn inzicht niet meer. Het brandend-kwellende van haar niet te zien, niet te hebben, hield het dronkene, opschuimende van zijn wellust in bedwang. Hij wilde Corry juist doen beseffen, hoe hij zich gansch en al in haar zou kunnen verliezen, zonder dat zij eenigen lust van zijn misvormden hartstocht behoefde te bevredigen. Waarom bestaarde hij dan met zulke ontzinde