De Jordaan, Mooie Karel

Titel
De Jordaan, Mooie Karel

Jaar
1925

Overig
5ed

Pagina's
513



305

eens een bioscoop, zoo een schaduwhol met muziek inglipte? Neen, het gong vandaag niet. Hij walgde van dat poppetjesspel, van die dooie schimmen op het gekke bleeke doek, met eeuwig hetzelfde slot-tafreel. Hij kon het bedrog van dat valsche groene licht op die geschminkte ponemen soms niet uitstaan ! Nee, dan tóch maar den Zeedijk over, naar de Evangelieverkondiging van de Tentzending! Misschien sloeg de blonde mokkel Alie er wel een kuiertje; Alie, zijn gekloft en pienter nichtje uit de Dwarsstraat. Want o, die verstiekemde al haar dansjes buitenbuurts, die onkedaai. Wat een heerlijk-gezond nefke het toch was! En zoo vurig als ze hem beknijsde. Nog veel dringender dan Greet temee. Ook om Greet had Karei kommernis. Wat had ze hem de vorige week al niet van haar bokser verteld en al zijn halve schurkenstreken! Dat buitenlandsche ongeluk sjouwde haar overal na. Als hij maar schrabbers zag, die ijzeren Hein... Nee, dan Alie, dat lieve wicht; die kende het versmachtende niet. Als ze niet geprikt Zat op haar feuilletons, zweefde ze den godganschelijken dag door de Jordaan, achter al de hooggebouwde orgels aan. Dié haar rikketikkie bonsde nou niet meer zonder zoo een spijkerkast. Het pierement... het pierement,... daar zwelgde ze schandelijk in. Wat gaf ze om Ant's bedreigingen, om Thijs' bevende vuist? Dansen, dansen dat ze er van krom-,trok en verstijfde. Dansen, dansen, rokzwaaien links en rechts, dat de kerels er omheen haar met roode koppen wel wouen bespringen van drift en opwinding. Maar ze sloeg ze de kanessen gaar! Nee, die Alie, die kon zonder het orgel niet meer ademen. Ze was verzot op het aangapen van de jongens. Als de hooge kast van Oome Hein kwam aanbonkeren over de keien, dan dadelijk gingen weerszij de straat, met ruk en schreeuw de ramen en deuren open, en dan zwaaien en zwieren maar, in één duizelende razernij. Daar stond de popmooie, jonge Jordaanmeid met een geschminkt kleurtje van opwinding, de kuif hoog, met roode kousen in zwarte trijpen pantoffels... een grijze zijden das, een hupse strik van voren, de lussen een beetje goed uitgehaald, een drilstrepen-boezelaar met

Ponemen: gezichten. — Onkedaai: alleen-overgeblevene. — Nefke: meid. —־ Beknijsen: bekijken. — Schrabbers: geld. — Rikketikkie: hart. — Kanessen: koppen. —

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.