97
kregen zij verschut. Een achter-uitgang was er nergens; dat had Harmen al lang onderzocht. Wat moesten zij beginnen? Het liep al tegen half twaalf. Daan zweette als een otter van angst. Wachten tot de kletsers afdreven zou geen heksentoer van geduld geweest zijn. Maar het was al half twaalf; ieder oogenblik konden de bewoners dus thuis komen!
Frans onderging nu eerst een duizelende verrukking. Hij doorvoelde het kampen met gevaar en het bracht hem een extatische vreugde die hem teisterde en tegelijk deed sidderen van onmachts-en-machtsbewustzijn. Hij wenkte de jongens, nog verder naar achter de duistere gang in te sluipen. Toen op zijn teenen liep hij naar hen toe en Frans verklaarde fluisterend, maar toch sterk, nadrukkelijk, dat alleen de grootste koelbloedigheid ze zou kunnen redden. Daan Blik-kie wou wel grienen. Blikkie beefde en scharremaaide met zijn armen en beenen onverdragelijk. Hij voelde zich al stikkend in vuisten geklemd van de prinsemerei. Harmen, doorgewinterd, vreesde geen enkelen truc, maar zijn heethoofdigheid bracht wild, toomeloos verzet in zijn schrik-oogen.
— Als we nou aan de wieg stooten, zijn we geknipt!... fluisterde Frans weer. Voor den onbedreven Daan bestond de grootste benauwdheid. Frans, in een hoek, nam Blikkie apart onder handen en hij dreigde, dat als hij geen ijzige kalmte zou bewaren, hij hem met zijn breekie de hersens zou inslaan. Dat hielp. Daan trok bij, al keek hij telkens even met zijn lantaarnlicht op het klokje, heel schichtig en verborgen. Toen begon het groote, geheimzinnige, spannende spel dat angstige ernst was. Frans' hart hamerde hevig, maar hij genoot alsof hij in een droom naar droeve muziek zat te luisteren, die onrust en benauwings-aanvallen stilde en dempte. Toch, maar heel even, bleef hij roereloos. Weer bewoog hij in de donkerte der gang zijn duistere hand,... het groote sein: opgepast! Toen overstarde Frans een ijskoude rust. Vanuit de achterkamer begon hij plots zwaar aan te stappen en rijkeluisachtig-vrijmoedig hard te praten
Kregen zij verschut: wierden zij betrapt. — Prinsemerei: politie.— Doorgewinterd: geroutineerd. — Breekie: breekijzer. —