De Jordaan, Mooie Karel

Titel
De Jordaan, Mooie Karel

Jaar
1925

Overig
5ed

Pagina's
513



nog sluw en uiterst omzichtig. Ook dié had de bevert gekregen, uit angst dat hij omkleumde en zijn naam zou hebben genoemd. Maar Frans had een goeden timmer geslagen. Hij lachte om de blaffers van de linoleum-agentjes en om dien groenzoeter van een rus die toch niets begreep; die gedacht had hem te vangen met zijn giftig prevelementje over den sleutel waarmee hij had ingebroken; die hem angstig wou laten mijmeren over de toekomst.

Bij een sluwen, judassig-grinnikenden snees hadden Frans en zijn gawwer alles verpatst, en toén juist was zijn vriendschap met Harmen onbedremmeld en voor goed beklonken.

Terwijl Frans sprak, luisterde al dien tijd Karei met groote spanning, in een soort van innerlijke hunkering. Hij vond Poort wel een heel slimmen vliegerik, heel behendig en koen, maar dat koud-wraakgierige praten over sarrende leugen, rauwen diefstal en over al die gemeene gapperijen en mensche-lijken jammer, bracht in Mooie Karei toch weer een afschuw voor dien verschrikkelijken zwartoogigen dreigkerel. Burk bleek geheel en al vreemd aan het steelverlangen. Weer vertelde hij Frans dat hij alleen en uitsluitend voor bakkelaaien en beleediging van het koper, den bak was ingezwaaid. Hij vond het een schriele, akelige en duldelooze vernedering te moeten bedenken, dat hij voor een dracht ganneverijen of beroovingen terecht zou hebben gestaan. Hij wilde bij gebrek en ellende, op dié wijze, niets van een ander bezitten. Toch bewonderde Karei in Frans het ijzig-vermetele, de brutale rust, de scherpe sluwheid van zijn vernuft, de koele beheersching van zijn zenuwen en zijn tong. Hij moest hem maar laten violen.

Karei wierd meer en meer geprikkeld door een felle nieuwsgierigheid. Hij zou wel alles haarfijn van dien vreemden vent willen weten. Hij was misschien niet zoo een uitbedenker en zoo een kil afloerder, maar toch... toch,... waren er een heeleboel dingen in dien sirool die hem geweldig boeiden en aantrokken. Het was een ontwakende hang naar Frans

Omkleumde: bekende. —• Timmer: ransel. — Blaffers: pistolen.— Rus: rechercheur. — Prevelementje: praatje. — Snees: opkooper van gestolen waar; heeler. — Gawwer: makker. — Koper: poiitie. — Bak: kast. — Dracht ganneverijen: v»el diefstallen. — Laten violen: laten begaan. — Sirool: kerel. —

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.