De Jordaan, Mooie Karel

Titel
De Jordaan, Mooie Karel

Jaar
1925

Overig
5ed

Pagina's
513



94

Haag gewoond en er gewerkt als boekbinder; een vak, in het gevang half geleerd. Hij doorleefde er vreê; late zon op zeilen van een geluksbootje...

Toch bleef argwaan zijn opgejaagd bestaan. Hij had vóór den Haagschen tijd en vóór het buitenlandsche zwerven, in Leeuwarden heit jantjes achter den rug: kraak met braak toch zonder verschut. Nou wilde hij een beetje uitblazen, zijn fatsoen houden en het koper niet — d'r hoofies in mekaar timmeren. Hier, in bruisend Mokum, zou hij doodgewoon gaan peezen, als hij het althans voor mekaar kon boksen.

Frans Poort had eenige keeren op Amstelveen en vijf jaar in Leeuwarden gezeten, allerellendigst en telkens uitgemergeld ! Hij rilde van de cel. Het woord ״gevang" reeds bracht een angst-bezetenheid in Frans. De gedachte aan de-lucht-van-het-gesticht, veroorzaakte al ademnood in zijn longen. Er was niets weerzinwekkenders voor hem dan het Tuchthuis. De wreedste boosdoener wierd door tuchthuis-straf nog altijd in wreedheid overtroffen, gromde Frans Poort.

Zichzelf vroeg hij vaak af: was er wel ooit mengelmoeziger natuur denkbaar dan zijn aard en liep er één schepsel rond met geschifter knar dan hij ? Al van heel jong kind herinnerde Frans zich zijn vreemde, rustelooze overgevoeligheid en gejaagdheid; zijn pervers-verholen en toch drieste, soms blinde brutaliteit. Iets stelen, iets wegkapen van een ander, was Frans altijd een bedwelmend genot, een groote hartstocht geweest; bracht een zalige geestverwarring in hem. De angstige, hartbonzende geluksschok in de plan-voorbereiding, het plotseling-zijn-eigen-wezen-overrompelende van de koortsige daad, het zoete zich toeëigenen en bezitten daarna, ...hij kende geen opwindender vreugde. Op school reeds leek het rookend te beginnen, al wierden dan ook zijn ganne-verijtjes gestoord door hachelijke jongens-ondernemingen en al spatten anderen zijn toch reeds bemorst blazoen kwaadwillig voller. Leeren kon Fransje perfekt, verklaarden al de meesters. Maar hij zwierf met zijn phantastische leugens en melancholische droomerijen, in volle overgegevenheid, eeuwig

Heit jantjes: vijl jaar. — Kraak zonder verschut: inbraak zonder betrapping. — Koper: politie-agenten. — Peezen: hard werken. — Geschifter knar: gekkeren kop. — Ganneverijtjes: kleine diefstallen. —

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.