Kater Don Juan

Titel
Kater Don Juan

Jaar
1930

Druk
1930

Overig
1ed 1930

Pagina's
98



De oogen dichtgeknepen, zoo, in bedwelmenden roes van half-stikkende verrukking, somde Haman op, al meer en meer eerbewijzen die zulk een man te beurt moesten vallen. Doch bovenal eischte de Grootvizier, dat zulk een mensch rondgeleid zou worden langs de Ko-ningstuinen, in de stad, door een der aanzienlijkste satrapen, die naar alle zijden moest uitroepen: zóó eert Ahasverus den man die hem het leven redde ....

Toen, in een schriklijken lach, barstte Ahasverus los en greep hij eigenhandig Haman bij de borst.

— Hoort toe, krijgers der Tienduizend, mijn Grootvizier, hij, de eerste van mijn Rijk, . . , . hij zal dezen man zulk een eer bewijzen .... Het is Mordechay, die mij eens het leven redde, .... Mordechay, die altijd in mijn Praalpoort toeft, kruiselings gezeten .... Dien nu zult gij, éérste van den Staat, op mijn koningsschimmel rondleiden! ....

En het gebeurde alzoo.

Dien dag ging Haman terug naar zijn huis, als een ellendig-geschonden en vernietigd schepsel. Iedere verwrongen vezel van zijn wezen huilde om wraak, wraak! .... Hij sidderde en beefde en voor zijn oogen flakkerde een roode blindheid.

88

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.