Kis, niet voor zijn eigen lot, maar voor dat van zijn uitgebannen volk.
Door het heele Rijk, in angstige beroering, klonk klaaggeschrei der Joden, en allen bestrooiden hun rouwgewaden met asch ....
Mordechay en zijn volk vastten. Maar in zijn grooten rampspoed en wanhoop, behield hij toch zekere bezinning. Zoo dook hij óp voor Esther en verschrikte de Koningin heviglijk met het uitroeiingsbevel van haar volk.
Mordechay beval zijn pleegdochter Hadassah nu te gaan naar haar Gemaal, — al stond zij reeds dertig dagen niet in zijne gunst, — om den Gebieder redding af te smeeken voor de Perzische bannelingen. Zij moest al haar aarzelingen en bezwijmende angsten overwinnen en zelfs levensgevaar trotseeren, door ongeroepen voor Ahasverus' binnenste Hof en vóór den troon van zijn koninkrijk, ongesluierd te verschijnen.
Mordechay, bezield met edelste overtuigingskracht, bracht Esther, ook onder het geweeklaag der Joden, tot inzicht. Zij verkreeg van Mordechay de belofte, dat heel het volk met haar mee een vaste zou heiligen, twee achtereenvolgende dagen lang. Dan zou zij haar Al-
82