Het Volk God's, van Armen en Rijken

Titel
Het Volk God's, van Armen en Rijken

Jaar
1931

Druk
1931

Overig
1ed 1931

Pagina's
511



92

— Klaumesj effe ze gewichte wazze komme leene .. Dié dieven, natuurlijk, hadden zijn pas-geijkte gewichten geruild voor beschadigde of waardelooze, omrede dat ze wiste dat hij met zijn vervlóekt-kippige oogen dóch niks heb Kenne zien! Sjimbere-goe... wat moest hij b;ginne? 'n Reuze-zeeper... 'n reuze-zeeper!...

Hij heesch het schrale rompje bevend overeind, de vaalgroene jekker vol modder en natte stof, en langs zijn verwrongen smartgezicht biggelden tranen.

Rielie's vrouw, grauw-bleek van woede en schrik, schreeuwde nu opgewondener, onder een zwaai van wilde woorden, telkens met smeekelijke stem-inzin-kingen, naar den agent:

— Maar nebbisj... me Rielie is nie piek-gis... Ikke gaan mit me man na de kommezariës. Hij heb niks, hij héb niks gedaan!... Hij heb lou sjoege... Hij heb ze effetjes geleend... ja, wees jij goedhh!... Nóh!... Die huirelaars stane te oore achter haarlie stalletje... make zik me ovelewotel... Hebbe-ze-nem ze gewichte geruild, dat tuigh... die vuile smeerlappe!... Heb uwes aan geen ragmones mit 'n halleve blinde man?... As uwes ónz nou onze gewichte afneemp... hebbe we geen rooie zent veur andere te koope, op Erif-Jomtof... Kanne wuilie heelegaar nie meer voort!...

— 'n Krieje... 'n krieje!... jammerde afgrijselijk, in huilstuip, Rielie, terwijl hij zijn paars-wollen halsdoek sterker aantrok, als onder een instinctief worggebaar...

— Zalle me vervloekte kippige ooge me afpeigere... ik weet van niks... van niks... Geen snits!...

Weer klonk uit het saamdrommende volk grommend misbaar, meewarige raad en troost. Die gebroken stumper moést geholpen worden, mompelden ze uit een groepje.

Een dik-gezwollen vrouwtje, van achter haar hoog-opgestapelde rommelkraam weggeloopen om naar den heibel te kijken, begon als een razende te schimpen, uit smartelijk meelij:

■—■ Je moth betale?... Je móth?... Betaal geen zént bekeuringh... nóghh!... Wat 'n sjtosj... Zeg an zullie

Klaumesj: zoogenaamd, — Reuze-zeeper: strop. — Piek-gis: erg bij de hand. — Ooren: bidden. — Ovelewotel: verbluffen. — Krieje: ramp. — Afpeigeren: afsterven, — Snits: leugen. — Sjtosj: drukte.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.