76
Az je dié eet... eet en slik je 'n Mokum Dovid op... Hier Memmele... op je perade-dag!... Daar Fraatje...
voor je gassene...... neem mee, nog-veel-jare, neem
mee... nöjanönee... maak geen pieskepee mit de gróót-handel!...
Moos Hereira, die anders in amelaken-schaure, op ingaanden feestdag ,,lievers" in fruit scharrelde, de kippige gitoogen gloeiend-zwart, viel heesch in:
— Alles is casjèr van ons... staant je verstand bij
stil...... Onder rabbenaal toezich van de Mozes-en-
Aaron-sjoele!... Bij ónz geen bakke op de appele... maar bij onz appele op de bakke!... Neem weg, haal weg... anders neme ze jou weg... Pak mee of ze pakke jou mee...
Luidruchtige Sem overschreeuwde zijn broer:
— Sterre-appele uit de tuin van de Koningin... twee zente 'n reinedore... as ik los bin gaan ik na Flore!...
Toen, nóg loeiender:
— Haal uit!... An d'overkant, in de ganzekelder,
h?b Leizer de pelier...... an d'overkant...... ze zoon,
Jitsrok, de affekaat, heb al duizend kilo gekoch... Hij
is d'r affekaat...... ze vader is peliér...... Blijft in de
familje... ze plükke alletwee, nöjanönee!...
Sem Bullebak hoestte gemaakt-hevig. Zijn wijdge-sperde oogen puilden uit. Al wat voorbij drong keek naar hém. Toen lachte zijn gelige tronie en vertelde hij, wijzend naar den overkant:
— En Jitsrok ze zoontje is óók al zoo'n dallever, nönee!... Mot ie me op schrool, in de klas, mit wel veertig orels om zik heen, 'n tore teekene... Zeg de bofemeester... stil, allemaal tores teekene... Ze make zik allemaal de sappel ...Alleen 't zoontje van Jitsrok is dadelijk klaar... begrijp u?... Zuilie zitte mit de tong d'r mond uit te hange... 't noodzweet op d'r ponems... Hij zingt en lacht!... De bofemeester woedend... addesjim!... Ga je zik je tore teekene of nié?... Maar 't zoontje van Jitsrok lach als... Lach je?... vraag de bofemeester... Omrede ik al lang klaar bin, meester... Klaar?... Mit je tore?... Nou al?... Laat koeke!...
Mokum Dovid: Davids-symbool. — Memmele: moeder. — Fraatje: vader. — Gassene: bruiloft. — Pieskepee: smoesje. — Casjér: rein. — Flore: .,Flora": afgebrand theater in de Am-stelstraat. — Orels: Christenen. — Ponems: gezichten. — Koeke: zien.