37
hem voor mesjoggene Pottegies, kletsmachine, luizige ééndarm en stinkende sprankel... zélf halve Potte-giezen!
Maar Rebecca's rust en stille gebaren schenen de ״roovers" éven te onthutsen. In haar goudbruine oogen glansde alleen een weifelend heimwee.
Ook de hitte, die al broeischer het zonnige kamertje doorzoog, dempte hun stemmen-opwinding. Buiten zong mat-droef een ventersstem: — Oüwkleer!... Voddééé!... Oüwkleer!...
Eéndarm: scheldnaam van Hoogduitsche, voor Portugeesche Joden. — Sprankel: dito.