33
reidjes? Wat jij zweert... of wat jij niét zweert... bon
proreite!...... Wié mot de pot verzorge?...... Al die
kabanes! Wié geeft je kieze te ete?... Is dat middagklaar?... Nójanönee!...
Moos, de eelthanden uitzwaaiend, viel grimmig bij:
— Hij heb gelijk... Jij zit maar de godganschelijke dag uit 't raam te koekeloere... Je zit als op je gewete te loere... te loere... of ze je de Éuijertore voor je neus zelle weggappe...
Josua zuchtte en wreef de duimtoppen.
— Jij klets maar als mit de koster, sjeine hidalgo... mit de drogist uit de Staalstraat, mit de slager van de Lazeressteeg... Staant me mensch everstand bij stil, as pok leef!...
Jaap ratelde mee, bezweet, doodmoe. Hè... noü een klaverjassie met zijn negotievriend Dennie Goudswaard... Hijgend van stem spotte hij valsch naar zijn vader:
— Mot je nie na Snooge, kiaay mofine?...... 't Is
bijkans nach, matsekleis!... Mot je nie sjmoeze mit de roebiés?...
Josua, onverstaanbaar, mompelde:
—■ Wat 'n palavres!...
— Wat nasj je toch an al die ouwe gele boeke... die frotte boeke?... Wuilie sappelmensche hebbe d'r mit ons alle viere geen verstäjim van... Wuilie duwe de kar... skéllevis... mooie anjeliere!... Of we gaan poozed-jad!...
Sem tergde wreed Josua's plotselinge lijdzaamheid:
—■ Of wou je onz bekeere mit Sjimborregoe.......
zooas zik je jongste jonge al half verhapstuk heb?... Noh, Mousje Rebeine, spreekh mit je gein van sprookies!...
— Zwijg stil over Bram!...
— Waarom?
— Die heb sänke dezul...
Ausreidjes: uitvluchten. — Bon profeite: dat het je wel bekome. — Kabanes; in dezen zin: koude drukte. — Gewete (verbastering van het Spaansch gavéta): Synagogeplaats waarin bidkleed geborgen wordt. — Sjeine: mooie,
Roebies: Rabbijnen. — Palavres (Portugeeich): wat een kletspraatjes. — Nasj: snoep, — Poozed-jad:bedelen. — Sjimborregoe: Opperste Wezen, — Sanke dezul (verb. van het Spaansche Sangue d'azul): blauw bloed.
Van armen en rijten 3