Het Volk God's, van Armen en Rijken

Titel
Het Volk God's, van Armen en Rijken

Jaar
1931

Druk
1931

Overig
1ed 1931

Pagina's
511



32

Josua ademde, zwoegde met zijn kinderen in het arme, donkere Ghetto-nest-zonder-lichtgloor, waar ook Henri Rozenheim, waar de Joden oudtijds allemaal uitgebroed waren, al bracht opheden de knop van de deur bij de betoeaen, geld in. Maar,... bij den eenigen Mozes, hij, hij, Josua Hereira kwam nü niet, kwam vandaag niet, kwam morgen niet en nooit, al zou Henri voor hem het Trippenhuis hebben willen koopen. Zijn kroost zou hem niet tot meineedige tegenover zichzelf maken, al bleef het in de malane. Sjemabenie!

Josua hijgde, toen hij had uitgesproken. De hitte beving ook hem. In zijn flets, bezweet, uitgemagerd en smartelijk-vermoeid gelaat, sneden ziekelijke groeven. De duimen, gejaagd, schoven krom over elkander.

Het vreemde ontzag voor Josua's hevig verdriet en geweeklaag, was van lieverleê verzonken. Onder elkaar kiijschten weer de jongens, óver straatrumoer en torenklokkenspel hun verzetwoorden heen, opgejaagd tegen Hereira's onverbiddelijkheid en net zwiepgesuis van zijn tuchtroe. Zij zouden zich niet langer laten benauwen door dien scheefhangenden mallejapik. Wat overhelde moest smakken, al was het hun eigen vader. Toen begonnen zij schril en boosaardig te vloeken, vlak onder Josua's sidderend gezicht, dat bang achteruit-week. Zijn hart bonkte. Hij kraste zenuwachtig in zijn baardje en verschoof nutteloos het kruin-keppeltje. Hij voelde, dat hij het niet langer volhield zoo, in die ruzie-spanning; dat hij niet den wind in zijn knuisten kon verzamelen. O, o, die ladraö, die roover Sem, met zijn grinniklach! Wanneer hij, Josua, maar op het Groote Wonder bleef rekenen, op de heerlijkheid van God, kwam alles goed... alles. Want God beleefde hij ieder uur, iedere minuut. De Eeuwige stond naast hem, in al zijn gedachten.

Zoo suste hij zichzelf tot bedaardheid. Maar afanade staarde hij uit het raam, onder schuwe verwarring. Sem Bullebak raasde plots heftig boven alle gekrijsch uit:

— Wat gezwore?... Wat geve wullie om je aus-

Betoegen: (hier) rijken. — Malane: ongeluk. (Port.) —

Ladraö: roover. — Afanade: terneergeslagen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.