:318
in jammer en doodsvrees, in opgejaagdheid, als tijdens de huiveringwekkende Kruistochten, opgekneld tus-schen vernietigings-oorlogen van Europeesch Christendom tegen Aziatisch Islamisme. Die heroïsche macht voelde Henri Rozenheim in zichzelf en in eigen fortuin, als een geweldig zinnebeeld; hij Askenaas, — al was hij ook klokvrij, — die het Joden-goud alleen voor weldaden liet glinsteren. Neen, nooit zouden de Askenaziem zóó onder gaan als droomrige Portu-geesche Joden, die door hun verkwistingen, koningen wilden gelijken; door hun verfoeilijken trots en tradities, wereldheerschers; als de Portugeesche Joden, die vaak allen arbeid verachtten en zelfs koophandel als vuns en vies, met afkeer waagden te bekijken. Want de Sephardiem, in hun adel-branie en maatschappelijk aanzien, haatten den vulgairen strijd-om-het-bestaan. Dol-verliefde en zinnelijke naturen, leefden zij teugelloos hun driften voor het vrouwelijk geslacht uit. En ook hierin meenden zij velerlei schulden, met grootenamen-deftigheid en adellijken geslachts-trots allereerst te kunnen delgen!
Er was slechts één, die het waagde Henri Rozenheim tegen te spreken. Henri lachte er eerst zacht-minachtend om,... zijn jongste zoon, liriël!
Uriël wou zijn moeder's ,,natie" verdedigen. Maar hij sprak heel stuntelig en zonder eeniae vaardigheid in het groepeeren van historische stor. Zijn vader Henri was een geboren redenaar. Die praatte met een minister even gemakkelijk, rustig vlot, voortreffelijk, als met een aanzienlijken, Amerikaanschen cliënt of derde-rangs-diamantmakelaartje.
Toch waagde Uriël het, omdat hij zijn moeder er zoo geheel verslagen en onttroond bij zag zitten. Ze kon heelemaal niet tegen vader's beweringen oproeien. Tegen Henri's vurige, saamvattende vonnissen werden haar weifelende woordjes als uitgesleten pluche. Zij voelde zich machteloos en onwetend spartelen in zijn grijpsterke handen. Maar toch besefte Esther instinctief, dat haar man in gekrenkte ijverzucht, als Askenaas sprak en het grootsch-cultureele en omhoog-