28
machtigen God, Sal Weegemans schimpte precies als de gojiem op het morsige ras van schoenpoetsers, op de geteisterde Joodjes in hun vermolde, stinkende buurt en krottenkwartieren; wijken waarin de scheidkerel ploeterde voor eigen bik en pleizier... Zoo een sjappie-hindelemindele! Sem zelfs en de jongens,
krabbelden er driftig tegenin. De rechte soort......
Moelie Kopstoot, de knuisten-geweldenaar, smóórde alle Joden-beschimpers!
Wat was hier, in dien hoek, — braakte Sallie Weegemans, de scharrelaar, met haatwoede uit, — al niet losgeweekt? De heele buurt bespoog hij en heette haar een broeisch en walgelijk nest van dooreenkrioelende schurftgasten, leepoogige flikflooiers en misdeelden. Weg met dien Jodenboel, met die hebzuchtige mars-kramertjes, die gore keldergedrochten, die jargonbrabbelaars, geel, zwart als vuilnis en donkerharig als geile apen; opduikend uit verbrokkelde slopgangen en half-verzakte puin-poortjes. Sallie vloekte op den rioolstank, op de uitwaseming van Ghetto-wijken die eindelijk, — als Valkenburg en Uilenburg, — moesten worden bespoten of gesloopt tot den grond. Want in Joden Houttuinen, op Vlooienburg, in Rapenburgstraat, in veel stikduistere sloppen en spleten van Jodenbreestraat en Burgwallen was alles stank, onmenschelijke benarring, liederlijke vervuiling en wandluizen. Open de krotten, open de gangen; licht, lucht, wijdheid! Alles neêr!
Dat wilde het toornige volk, socialisten en klasse-bewusten, de noodlotsblinde zwoegers van nu brengen.
Josua voelde al beklemmender, onder die opruiers-taal, een schending van het gewijde in die ondergegane, half-verwoeste buurt; een aanval op zijn droom van geloof en geluk-in-geloof; een stadsreinigings-ideaal van oproerige naturen. De jongens raasden van ״klassenstrijd" en nog eens „klassenstrijd", met het zwendelzieke, schele poeliertje Sallie Weegemans mee, maar het bange kreunen en grauwe hijgen van het verziekte, het melaatsche Ghetto tegemoet treden met wraakloos meelij, neen, dat konden die opruiers niet. Sjemabenie! En zij kreten tot hun stil-vromen vader
Sjappie-hindele-mindele׳. alles door elkaar.