23
Sjang-en-Neng uit 't Oliekoekehuis!... Bij alle ge-zwore eede... vader, jij bin doch ook 'n ecnte Betaaf van de Betevierstraat... spreek jij nou... Wie was d'r éérder... Sjang of Neng?...
Josua glimlachte bleekjes, wreef zwijgend de zware duimen over elkaar... Het warde woelig in dien jongen zijn kop! Wat een kreupelheid van gedachten.״ Moos, de uitgeslepen sjacheraar, hijgend, driftig, met een hoofd, verhit als een theewarmer, smakte zich op een stoel bij het raam, tegenover zijn vader. Zijn loerende, sterk-bijziende ooaen glommen geluk steenkool. Met smart en moeheid in ae stem, viel hij heftig uit:
— Is dé ..... " «׳•■׳.
beetje amelake-schaure en serwetjes... staant me verstand geregeld bij stil!... Je ken me paspoort krijge!...
— Foei,... viel Jaap bij, en veegde zijn zweetwangen met den handrug af,... an 'n Vrijdag loope we mit visch... an 'n Zaterdag mit blomme en an n Zondag mit fruit. En je werk je nóg 't gallaas veur noppes... Krijg je nog 'n trap teuge je mik...
Hitte doorzoog het dompig vertrekje. De zon schroeide het dwarsstraatje murw, dat riekte naar gas en opengebroken grond.
Op en neer ijsbeerde Jaap in de engte.
— En dan te denke,... sleepte Moos er wrevelig achter,... dat je schrat-schratrijke familje heb... de Hereire's van de Prefester... en dan nog dié... dié... bloedeige broer van moederzaliger...
Josua sloot trillend de oogen. Daar begon het alweer! Een strop van een jongen toch, die geldgierige Moos...
Van den tweeden torentrans vloog, tusschen de Yonische zuilen uit, een zwerm vogels de lucht in en bleef speelsch fladderen rond het goudschelle haankruisje.
Josua mijmerde, in schrik. De laatste jaren, na zijn ziekte, was er strijk en zet van niets anders sprake dan van zijn vrouw's rijken broer en van rentelooze voorschotten bij de rijke Hereira's. Maar hij wou nooit en
Legem: brood. — Schaure: koopwaar. — Gallaas: ziekte.— Noppes: niets. — Mik: maag.