214
Mokum... ik mag niet afzette... Want ikke bin 't nie die de prijs vasstel op 'n loebertangetje... maar die gróótsche firma Kwatta uit Breda, die op groene muiltjes loop in 't kikkerland... Ikke bin alleenig maar
de reccmmedeur en gróótzegelbewaarder...... Ik heb
geen borjen onder jullie staan... En noü, neem de
bussies weer in ontvangs...... Maar noü voor 'n
kwartje!... Koop ikke me tóch tege Paasch 'n nieuw lappepakkie van loutere profijte en wins... Nee, nee, geëerde cliëteele... tegelijk geld overgeve... eerlijk
duurt 't korst!...... En menschekindere mit fietse en
stuursche gezichte, — dat staat geschrewe, — vooruit betale mit hun eigene grijpelinge... Ikke mot veul te hard tippele, as dié 'm smeere, wat?... En ik val nie
graag op ezelsbille voor zukke papzakke...... Want
Dennie is gebore op een Zondagmiddag...... In de
week had ze moeder er geen tijd voor!...
Zoo schalde Dennie Goudswaard tien keer per dag een stand saam en werkte zich met vuur en mannenmoed in het zweet, voor een stuk dagelijksch brood. Maar al die drukte, verkoopdrift en lawaaiwilde praat, zetten nijd en wrok bij eenige Kalverstraatsche winkeliers. Ze sliepen niet achter hun toonbankjes en ze zagen ook hoe laat het was op den Beurstoren! Deftig-verontwaardigd schelden de donkere knockabouts politie op en vertelden, dat er een standwerker stond in de Kalverstraat, een brutale, wanordelijke, blondge-kuifde Jood die veel verkocht, ónder den prijs en het
publiek gemeen misleidde...... Tersluiks meldde een
grijsaardskop, dat de heeren er veel schade van ondervonden...
Dennie werd op bureau geroepen, op ״hooge recommandatie", naar den moestuin. Het Gerecht grijnsde en het wrange woordgevecht begon, met toornige kracht. Op een looze strikvraag, — ach wat een gochme, — gaf hij géén sjoege. Ja, hij was daar 'n uil op de linnekas of 'n ooggetuige-van-ze-eige, of 'n dood lijk!...
Eindelijk, omzichtig, aarzelend, liet Dennie los:
— Ikke, meneer de commesaris?... Och, gekheid...
Loebertangetje: half cent je. — Borjen: Een lokker, die voor de leus koopt; behoort bij het kwartjesvindersgilde, — Grij-pelingen: vingers. — Gochme: inzicht, verstand. — Sjoege (hier): antwoord.